Foto: Recep Tayyip Erdoğan

De Turkse president heeft gisteren gepleit voor een diplomatieke oplossing voor het opnieuw escalerende conflict in het oosten van Oekraïne.

Hij hoopt dat de spanningen niet verder oplopen en bood Oekraïne “elke vorm van steun” aan.

De Turkse president Recep Tayyip Erdoğan had gisteren een urenlang gesprek met Volodymyr Zelensky, de Oekraïense president .

Na de ontmoeting hielden beiden een gezamenlijke persconferentie.

“Wij zijn van mening dat de huidige crisis moet worden opgelost op basis van de integriteit van Oekraïne en van het internationaal recht met behulp van vreedzame en diplomatieke methoden”, dat zei de Turkse president.

Oekraïense president bracht gisteren een bezoek aan Istanbul ter gelegenheid van de tiende verjaardag van het strategische partnerschap met Turkije en om steun te verwerven, nu de spanningen met Rusland weer oplaaien.

Een zee van vrede

“We willen dat de Zwarte Zee een zee van vrede en samenwerking blijft. We willen niet meer spanningen in onze gezamenlijke regio.”

Turkije heeft goede relaties met Oekraïne en veroordeelde in 2014 snel de Russische annexatie van de Krim, die nadien aanleiding gaf tot de onafhankelijksstrijd in de Oekraïense provincies Donetsk en Loehansk.

Ook gisteren herhaalde de Turkse president die opvatting.

Sancties tegen Rusland

De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben sancties tegen Rusland uitgevaardigd.

Maar die konden niet verhinderen dat de spanningen in het oosten van Oekraïne recentelijk weer zijn opgelopen.

Aan de Russisch-Oekraïense grens zijn de jongste dagen duizenden Russische soldaten en militair materieel geposteerd.

Bij de ontmoeting gisteren in de Turkse hoofdstad werd ook gesproken over militaire samenwerking tussen Turkije en Oekraïne.

Oekraïne kocht al zes Turkse aanvalsdrones. In 2019 kocht Oekraïne zes Turkse herkennings- en aanvalsdrones. Hoeveel daarvoor werd betaald, is niet bekend.

Volgende week gaat Turkije twee Amerikaanse oorlogsboten via de Bosporus toegang verlenen tot de Zwarte Zee.

Bron: Turkse media