Jonathan Holslag

Erdoğan wil werk maken van een nieuw kanaal als alternatief voor de Bosporus en de Dardanellen, maar dat wekt flink wat achterdocht in Turkije en in de rest van de wereld.

Op 19 september 1936 organiseerde de ambassade van de Sovjet-Unie een receptie in de Turkse hoofdstad Ankara.

Ondanks de politieke spanningen tussen de twee landen waren die Sovjetrecepties in trek bij de Turkse elite, want de wodka en kaviaar werden er rijkelijk geserveerd.

Omstreeks halftwee middernacht kwam de Turkse president Atatürk aanzetten, blijkbaar al in de wind zonder de Russische wodka. Hij liep op de ambassadeur af en peperde hem in dat Moskou Turkije maar beter ernstig kon nemen.

De receptie kwam enkele maanden na de ondertekening van het Verdrag van Montreux. Die tekst handelt over de Bosporus en de Dardanellen, de twee zeestraten tussen de Zwarte Zee en de Middellandse Zee.

Hij schrijft voor dat Turkije opnieuw soldaten mag ontplooien nabij de engtes, maar ook dat het de oorlogsschepen van de staten rond de Zwarte Zee moet doorlaten. Dat is vooral belangrijk voor Rusland, Turkijes grote concurrent in de regio. Oorlogsschepen van andere staten krijgen ook recht van doorgang tot de Zwarte Zee, maar slechts voor een beperkte tijd en voor schepen tot 30.000 ton.

Verdrag van Montreux

Het Verdrag van Montreux staat de laatste tijd weer onder druk. De Amerikanen hebben bijvoorbeeld al eens aangevoerd dat een oorlogsschip de Zwarte Zee niet op tijd kon verlaten door een panne.

De Russen hebben dan weer een loopje genomen met een specifieke clausule voor onderzeeboten door steeds te beweren dat die schepen onderweg waren voor ‘reparatie’.

Erdogan liet al een aantal keer vallen dat hij het Verdrag van Montreux wil herzien en wil nu eindelijk werk maken van een nieuw kanaal als alternatief voor de Bosporus en de Dardanellen.

Theoretisch maakt dat kanaal weinig verschil. Oorlogsboten kunnen immers nog steeds een beroep doen op het Verdrag van Montreux om van en naar de Zwarte Zee te varen. De praktijk is complexer.

Hoewel Turkije de toegang aan Rusland niet mag ontzeggen, kan het met het kanaal bijvoorbeeld wel wat meer flexibiliteit bieden aan andere landen.

En wat als de Bosporus tijdens een conflict geblokkeerd zou raken?

Dan heeft Turkije met zijn kanaal wel degelijk een hefboom in handen. Het nieuwe Turkse kanaal wekt dus flink wat achterdocht. Die achterdocht blijft niet beperkt tot buitenlandse hoofdsteden. Slechts een minderheid van de Turken steunt het project.

Inwoners van het nabije Istanbul zijn bezorgd dat het kanaal de waterbevoorrading in het gedrang zal brengen en fataal zal zijn voor het ecosysteem in twee prachtige meren.

De vissers van de Galatabrug vrezen voor hun vangst. Het drukke verkeer in de Bosporus, die door het hart van Istanbul loopt, heeft weliswaar al voor een aantal ongelukken gezorgd, maar deskundigen maken zich sterk dat een betere organisatie de veiligheid van de oude doorvaartroute kan verbeteren.

Duur project

Bovenal is het kanaal een duur project. De kostprijs wordt geraamd tussen 15 en 20 miljard dollar. Daarmee is het meer dan dubbel zo duur als wat het uitgraven van het Panamakanaal vandaag gekost zou hebben. De transit door de Turkse zeestraten is slechts half zo groot als die door het Suezkanaal. De landen rond de Zwarte Zee zijn ook niet meteen de snelst groeiende afzetmarkt.

Zelfs president Erdogan zélf noemde het kanaalproject in 2011, toen het voor het eerst ter sprake kwam, een ‘knettergek project’. De Turkse overheid kijkt aan tegen een begrotingstekort van 25 miljard dollar en Turkse banken weigeren voorlopig om kredieten te verschaffen voor het kanaal.

Erdogan laat het niet aan zijn hart komen:

‘Er zullen altijd mensen aanstoot nemen aan het project. Laat hen dat maar doen.’ Deze maand zou de eerste spade al de grond in gaan. De vraag rijst of het project wordt gedreven door strategie of megalomanie. Erdogan is niet aan zijn eerste megaproject toe. De luchthaven van Istanbul, bijvoorbeeld, kijkt aan tegen een schuldenput van ruim 6 miljard dollar.

Managers van het kanaalproject lopen de deur plat in landen als Qatar en China om daar naar krediet te hengelen. Toen de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi recent Ankara bezocht, stond het kanaal op de agenda. Of de Chinezen toehappen, valt af te wachten. Bij het toekennen van kredieten wil Peking eieren voor zijn geld.

De vrees is niet alleen dat het kanaal Turkije strategisch meer speelruimte geeft, omdat Erdogan het Verdrag van Montreux zo meer naar zijn hand kan zetten, maar ook dat het de positie van Turkije financieel nog afhankelijker maakt van andere spelers en zelfs ondergraaft.

Het maakt Turkije strategisch een klein beetje sterker, maar financieel zwakker.

Bron: Belgische media

Jonathan Holslag