Foto: enkele afstammelingen van Abu Bakr Effendi, Istanboel, 26 juni 2018.

In 1862 zond het Britse rijk de Ottomaanse geleerde Abu Bakr Effendi naar de Kaap van Goede Hoop in Zuid-Afrika, om de moslimgemeenschap daar te onderwijzen in islamitische cultuur en filosofie.

Onlangs vroegen 15 van zijn afstammelingen, die nog in Zuid-Afrika wonen de Turkse nationaliteit aan. Ze kregen die per presidentieel decreet op 20 augustus.

“Wij zijn allen aanhangers van Effendi”, tweette Turks ambassadeur Elif Çomoğlu Ülgen op 16 september.

“Hij zorgde voor een sterke band tussen het Turkse volk en de Zuid-Afrikaanse gemeenschap, die meer dan 100 jaar verbroken is geweest. We zijn blij dat die band nu hersteld is.

Het waren 14 van de afstammelingen van Effendi die hun voorvader op het spoor kwamen. In 2017 en 2018 trokken ze naar Turkije en bezochten daar de Oostelijke provincie Erzurum en de stad Istanboel, beide woonplaatsen van de geleerde.

Foto: Abu Bakr Efendi

Oorspronkelijk kwam Effendi uit Shahrizor, het huidige Irak. Daar kreeg hij zijn basisopleiding. Na de dood van zijn vader verhuisde hij naar Istanboel, waar hij nog 5 jaar studeerde. Zijn opleiding rondde hij af in Bagdad, waarna hij terug bij zijn familie ging wonen, die inmiddels verhuisd was naar Erzurum.

In 1862 keerde hij terug naar Istanboel om hulp te zoeken voor de inwoners van Erzurum, waar toen hongersnood heerste. Daar werd hij door de overheid gevraagd om de moslims op de Kaap van Goede Hoop te onderwijzen.

Zijn nieuwe leerlingen kwamen uit een Javaanse gemeenschap van 3 miljoen mensen, die sinds de 18de eeuw door de Nederlanders als gevangenen naar Zuid-Afrika gehaald werden. De Nederlanders verboden de Javaanse taal, cultuur en tradities.

Het gebrek aan kennis over de islam deed veel bijgeloof ontstaan en zorgde ook voor het ontstaan van verschillende groepen die elkaar bestreden.

Einde aan de conflicten

De Britten, die later de controle over Zuid-Afrika overnamen, vonden de situatie alarmerend en vroegen koningin Victoria om een islamitische geleerde naar het gebied te sturen. Die zou dan een einde moeten maken aan de conflicten. De koningin beschouwde de Ottomaanse geleerden als autoriteiten op dit gebied. Daarom contacteerde ze sultan Abdülaziz, die haar Effendi aanraadde.

Op 3 september 1862 vertrok Effendi voor zijn nieuwe missie in Zuid-Afrika. Zijn reis verliep via Parijs en Londen. In die laatste stad contacteerde hij het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Na 2 maanden in Londen trok hij naar Liverpool, waar hij zich inscheepte voor de Kaap. Hij kwam er aan op 17 januari, en werd er verwelkomd door de Britse gouverneur-generaal.

De plaatselijke moslimgemeenschap was ook blij met zijn komst. Na 15 dagen op de Kaap bleek zijn toewijding aan zijn nieuwe leerlingen, want toen was zijn onderwijsinstelling klaar. De eerste 300 leerlingen kwamen er nog eens 5 dagen later aan.

Foto: het graf van Effendi, Kaap de Goede Hoop, 15 september 2015.

Effendi leerde hen Turks en Arabisch, en liet hen de Koran bestuderen, evenals andere religieuze werken. Hij deed ook de moeite om Engels en Afrikaans te leren, zodat hij met de andere inwoners kon communiceren. Hij ging ook gebeden voor. Later zocht hij contact met moslims in andere Zuid-Afrikaanse provincies en Hij vertaalde islamitische boeken in de lokale talen die hij snel oppikte.

Zelf schreef hij boeken in het Arabisch en het Afrikaans. Zijn bekendste werk was “Beyanü’d-din” (een voorstelling van de religie), het oudste uitgebreide islamitische werk in een lokale taal, dat door geleerden in de Oosterse culturen werd opgemerkt.

Mia Brandel-Syrier vertaalde het boek naar het Engels, met als titel “The Religious Duties of Islam as Taught and Explained by Abu Bakr Effendi.” (de religieuze plichten in de islam zoals onderwezen en uitgelegd door …).

Effendi trouwde 2 keer. Zijn eerste echtgenoot was Nederlandse. Zijn tweede vrouw was een dochter van Jeremiah, familie van de 18de eeuwse ontdekkingsreiziger James Cook. Hij had 6 kinderen die hij onderwees volgens zijn eigen principes en die later zelf belangrijke functies vervulden in de Kaap. Op 29 augustus 1880 overleed hij. Zijn culturele invloed in de Kaap is zeer groot, versterkt door de moskeeën en de scholen die hij oprichtte.

K.L.

(Bron: Sabah)