Foto: De Turkse lira

Gisteren is het twee jaar geleden dat Turkije omgevormd werd tot een presidentieel systeem. Voor die gelegenheid bracht de Republikeinse Volkspartij (CHP, de grootste oppositiepartij) een gedetailleerd rapport uit over hoe het land het heeft gedaan de voorbije jaren.

Eén van de conclusies is dat de Turkse lira vier keer minder waard is geworden dan in 2007. In een rapport van het Vrijheidshuis uit 2019 scoorde Turkije 31 op 100.

Het werd bestempeld als ‘niet vrij’ en deed het amper iets beter dan landen als Irak en Pakistan. Van de 41 OESO-landen (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) stond Turkije op de laatste plaats wat betreft politieke rechten en vrijheden. Verder eindigde het als 129ste op 149 landen inzake vrijheid van meningsuiting in 2019.

Foto: 2020 World Press Freedom Index

Wat betreft de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, stond Turkije in 2007 nog 50ste op 126 landen. Vorig jaar was het gezakt naar de 104de plaats.

Als het gaat om de verdeling van de welvaart, eindigde Turkije 34ste van de 38 OESO-landen, volgens de ranglijst van de Wereldbank. Kijken we naar sociale rechtvaardigheid, dan vinden Turkije als 40ste van 41 landen.

In 2020 zijn 1,5 miljoen pas afgestudeerde universiteitsstudenten werkloos en één op drie universitairen werkt niet in de branche waarvoor ze gestudeerd hebben.

2016: 1 euro = 3,19 Turkse Lira – 2020: 1 euro = 7,75 Turkse lira
2007: 1 euro = 1,68 Turkse Lira

Bron: Hurriyet

S.V.R.