Vluchtelingen in Turkije veroorzaken ophef met hun Tiktok-filmpjes

Terwijl Turkije vorige week van een nationale feestdag genoot, werd de sociale media van het land overspoeld door een video.

Het fictieve verhaal schetst een dystopisch beeld van het Istanbul van 2043, een vervallen en gevaarlijke stad. Een jonge Turkse man, een aspirant-arts die door de concurrentie van migranten gedegradeerd is tot schoonmaker in het ziekenhuis, klaagt bij zijn ouders dat er op het werk geen Turks gesproken mag worden omdat het personeel en de patiënten alleen Arabisch spreken.

De film, getiteld ‘Stille invasie’ en gemaakt in opdracht van en gefinancierd door de rechtse politicus Ümit Özdağ, werd binnen een dag na de release al 2 miljoen keer bekeken op YouTube.

Terwijl de aandacht van Europa uitgaat naar de miljoenen vluchtelingen die uit hun huizen zijn verdreven door de aanval van Vladimir Poetin op Oekraïne, neemt in Turkije de spanning toe over de mensen die een langer lopend conflict ontvluchten: de oorlog in Syrië, die nu al twaalf jaar aan de gang is.

Turkije, een land met 84 miljoen inwoners, herbergt de grootste vluchtelingenpopulatie ter wereld – met 3,7 miljoen Syriërs en enkele honderdduizenden mensen uit Afghanistan. Hun aanwezigheid is lange tijd een bron van sudderende spanning geweest.

Maar met diepe problemen in de Turkse economie en parlements- en presidentsverkiezingen die voor juni 2023 gepland zijn, vrezen sommige deskundigen dat de situatie het kookpunt nadert.

“Het zou kunnen leiden tot geweld tussen de gastgemeenschappen en de Syriërs”, zegt Omar Kadkoy, analist migratiebeleid bij de in Ankara gevestigde denktank Tepav, die zelf oorspronkelijk uit Syrië komt. Hij beschrijft de huidige sfeer voor vluchtelingen in Turkije als “vijandig”.

Het is geen toeval dat de angst voor vluchtelingen toeneemt tegen de achtergrond van een onrustige economie.

Inflatie 70%

De inflatie in Turkije bereikte in april een officieel percentage van 70%. De aanstaande verkiezingen hebben de sfeer nog geladener gemaakt – en vluchtelingen zijn een gemakkelijk doelwit voor politici die op stemmen jagen.

Een van hen is Özdağ, een voormalig lid van verschillende rechtse partijen die de aandacht heeft getrokken met zijn harde taal tegen migranten en berichten in de sociale media die gericht zijn tegen individuele vluchtelingen.

Özdağ richtte vorig jaar zijn eigen partij op en heeft het terugsturen van alle vluchtelingen – desnoods met geweld – tot kernpunt van zijn campagne gemaakt.

Hoewel zijn Overwinningspartij waarschijnlijk niet veel stemmen zal winnen, lijkt deze anti-migrantenretoriek de politieke hoofdstroom te beïnvloeden.

Alle grote partijen in Turkije hebben op de een of andere manier toegezegd Syriërs naar hun land terug te sturen. Maar al hun voorstellen worden door deskundigen niet alleen als onethisch maar ook als onrealistisch beschouwd.

Grootste oppositie 

Kemal Kılıçdaroğlu, leider van de grootste oppositiepartij, beweert dat alle Syrische vluchtelingen uit Turkije “vrijwillig” zullen terugkeren als zijn Republikeinse Volkspartij (CHP) aan de macht komt.

Hij zegt dat hij garanties zal krijgen van de Syrische president Bashar al-Assad, de dictator voor wie de vluchtelingen zijn gevlucht, om de veiligheid van de teruggekeerde vluchtelingen te garanderen – een idee dat veel analisten als een gevaarlijke fantasie beschouwen.

Ondertussen kondigde president Recep Tayyip Erdoğan, die in maart nog zijn beleid verdedigde om “onze Syrische broeders en zusters” op te vangen, vorige week een plan aan om 100.000 huizen te bouwen in Noord-Syrië, wat volgens hem 1 miljoen mensen zou overtuigen om terug te keren.

Omar Kadkoy vindt dat het blok meer aandacht moet besteden aan wat er in het land gebeurt – en dringend meer vaart moet zetten achter de verspreiding van een nieuwe financieringsronde van 3 miljard euro die vorig jaar werd aangekondigd.

“De meerderheid wil niet terug naar Syrië. Het gevoel dat ze in Turkije worden afgewezen, groeit. Dus gaan ze misschien op zoek naar een veilige bestemming – en voor de meeste Syriërs zal dat Europa zijn.”

Bron: Turkse media