Turkije wil naar olie boren in Oostelijke Middellandse Zee

Door een verdrag met Libië om de maritieme grenzen af te bakenen, heeft Turkije de controle gekregen over een gebied in de Oostelijke Middellandse Zee.

In deze nieuwe Exclusieve Economische Zone (EEZ) zal het land naar olie gaan boren. Dat heeft minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Çavuşoğlu op 3 juni gezegd.

Tijdens een interview met de commerciële zender 24 TV zei hij dat het verdrag met Libië en de nieuwe EEZ 2 doelen zal dienen: “Het waarborgen van de Turks-Cypriotische rechten, maar ook het beschermen van onze belangen op ons deel van het continentale plat.”

De minister onderstreept dat Turkije graag met alle belanghebbenden zou willen samenwerken. Hij is van mening dat zowel Turks- als Grieks-Cyprus moeten beseffen dat samenwerking het beste is.

Het verdrag met Libië, waarop veel kritiek kwam vanuit landen in het gebied, en dan vooral vanuit Griekenland, bepaalde dat Turkije een maritiem gebied toegewezen kreeg dat overeenkomt met het gebied waar de Turken willen boren.

Het gebied ligt ook tenminste 6 mijl verwijderd van de Griekse eilanden. Volgens de minister zijn de huidige booractiviteiten volledig in overeenstemming met het internationale recht. Hij benadrukt dat elke afspraak over de Oostelijke Middellandse Zee waar Turkije niet bij betrokken is, geen rechtsgeldigheid heeft, en dat Ankara zich niet voor voldongen feiten zal laten stellen.

“Ze hebben geprobeerd om ons overal buiten te houden. Als Turkije niet bij samenwerkingsverdragen wordt betrokken, zullen die afspraken niet geldig zijn, en ook zonder resultaat blijven.”

Op 29 mei liet minister van Energie Fatih Dönmez weten dat Turkije klaar is om binnen 3 à 4 maanden te beginnen met olieboringen in de Oostelijke Middellandse Zee. Later dit jaar wordt ook het nieuwe boorvaartuig Kanuni naar het gebied gestuurd.

Het verdrag tussen Turkije en de Libische Regering van Nationale Eenheid (GNA) werd vorig jaar gesloten. Met het verdrag verkreeg Turkije een EEZ tussen de Turkse Zuidkust en de Libische Noordoostkust. Turkije kreeg ook alle rechten op de grondstoffen in het gebied.

Çağatay Erciyes, directeur-generaal van de dienst voor bilaterale politieke en maritieme grenzen, en afbakening van het luchtruim, van het ministerie van Buitenlandse Zaken, deelde op Twitter een kaart van de nieuwe EEZ zoals die geregistreerd werd bij de Verenigde Naties. Ook hij bevestigde de Turkse plannen om er naar olie te boren.

“Turkish Petroleum diende onlangs aanvragen in om in dit gebied offshore onderzoek en boringen te verrichten.”

Op 2 juni bevestigde ook de Turkse Nationale Veiligheidsraad deze plannen. “Verschillende partijen in het gebied hebben zich vijandig opgesteld tegenover Turkije omwille van de legale en legitieme stappen die het land zet in de Oostelijke Middellandse Zee. Wij hebben die vijandigheid nu geëvalueerd. Turkije zal haar belangen, relaties en rechten op het land, in de zee en in de lucht zonder concessies blijven verdedigen”, verklaarde de raad na een vergadering.

Turkije is een garanderende mogendheid voor de Turkse Republiek Noord-Cyprus. In die hoedanigheid veroordeelt het land de eenzijdige booractiviteiten van de Grieks-Cypriotische regering omdat de Turks-Cypriotische regering evenveel recht heeft op de grondstoffen in het gebied.

In 1974, toen op Cyprus een staatsgreep gepleegd werd met de bedoeling het eiland bij Griekenland te voegen, moest Ankara ingrijpen om de Turks-Cyprioten te beschermen. De Turkse Republiek Noord-Cyprus werd in 1983 opgericht.

K.L.

(Bron: Hürriyet)