Het gebrek aan empathie van het Westen voor de gebeurtenissen van 15 juli in Turkije zal ongetwijfeld ook te merken zijn in de berichtgeving van wat er zich vandaag in het land afspeelt.

Naast de totale negatie van de rol van de Gulenisten bij de coup en het niet markeren van de totale éénheid van het Turkse volk na de coup, waarbij miljoenen mensen inclusief alle politieke partijen op straat kwamen, willen we nu zien hoe de verdere berichtgeving verloopt. Er zijn belangrijke tekenen van hoop op een normalisatie van het politieke, sociale en economische leven in Turkije. We menen dit te moeten brengen omdat onze mainstream media het niet zullen doen.

Een Turkse gezegde: 

Een eerste feit zijn een aantal uitspraken van de Turkse president Erdogan zelf. Net voor het Offerfeest gebruikte hij een Turks gezegde: tussen de sporen van de paarden duiken de sporen van de honden op waarbij hij aangaf dat de toestand te chaotisch is en het moeilijk wordt om de echte schuldigen van de onschuldigen te onderscheiden. Dit is zeker het geval in bepaalde provincies waar rechters en gouverneurs openlijk jacht voeren op persoonlijke vijanden. Dit moet worden vermeden

Echte terroristen

Een tweede maal tijdens een meeting met alle gouverneurs zei hij “natuurlijk zullen we blijven de echte terroristen opsporen maar jullie hebben ook de enorme verantwoordelijkheid om erop toe te zien dat er geen onschuldigen worden aangepakt. De nood-toestand mag geen vrijgeleide zijn om er een sport van te maken om ter meest burgers op te pakken“.

Structurele economische hervormingen

Hierbij merken wij op dat we in het Westen geen enkel idee hebben hoe groot de infiltratie van die gevaarlijke Gulen aanhangers wel was en mogelijk nog is. Volgens opiniemaker Güven Sak in Huriyet Daily (de grootse Turkse oppositiekrant) weet de president maar al te goed dat al deze arrestaties en detenties een negatieve impact hebben op de economie. Hij zegt ook dat er in 2017 structurele economische hervormingen nodig zullen zijn om Turkije terug on track te brengen met haar economische groei, de relaties met Europa en het democratiseringsproces.

Onschuldige buitenlandse journalisten

Uit een goede bron hebben we vernomen dat de Turkse president stilaan ook onder druk van de zakenwereld tot inzicht aan het komen is. Op een vraag van hem aan TÜSIAD (de grootse werkgeversorganisatie van Turkije, goed voor 80% van de Turkse export) vroeg hij om hulp bij de verbetering van het imago van Turkije in het buitenland kreeg hij het volgende antwoord: “Meneer de president natuurlijk willen wij Turkije terug beter op de kaart helpen zetten, maar dat wordt wel moeilijk als je regelmatig onschuldige buitenlandse journalisten laat opsluiten“. Waarop de president antwoordde dat hij er alles aan zal doen om de noodtoestand zo snel mogelijk te laten stoppen.

Pragmaticus

De president luistert schijnbaar naar kritiek en hij is altijd al een pragmaticus geweest. Hij weet dat bij een economische achteruitgang hij daar wel eens op zou kunnen worden afgerekend. Eveneens hoopvol is het feit dat Abdullah Öcalan, de opgesloten leider van de verboden terreurbeweging PKK, tijdens het Offerfeest 1,5 uur lang bezoek mocht krijgen van zijn broer. Hierbij bracht deze laatste na zijn bezoek in een persconferentie een boodschap van Öcalan om opnieuw de vredesbesprekingen te beginnen.

Voorzichtig optimisme

Dit zijn hoopvolle tekenen en leiden tot een voorzichtig optimisme dat het tij aan het keren is. De oproep van de EU buitenland verantwoordelijke Federica Mogherini eerder deze week dat Europa in dialoog moet blijven met Turkije wordt in deze context dan ook beter goed begrepen door onze politici. Op deze wijze helpen we niet alleen Europa maar ook beschermen we de Turkse democratie.

Toespraken als die van Geert Wilders over de weigering om Turkije toe te laten tot de EU zijn niet alleen uiterst onverstandig, populistisch en polariserend, maar getuigen vooral van een gebrek aan kennis.

Hurriyet, de Jonge Turken