Links: Sıddık Gültekin, vader van Pınar. Rechts: Pınar Gültekin

“Ik betreur het”, zei Cemal Metin Avcı terwijl hij zijn laatste smeekbede deed aan de rechtbank over de moord op een Turkse vrouw.

Pınar Gultekin, een jonge universiteitsstudente wier lichaam twee jaar geleden verbrand werd teruggevonden in het zuidwesten van Turkije.

De zaak, die Turkije schokte ongeacht hoe het gewend is aan vrouwenmoorden, kwam gisteren tot een einde met een vonnis dat waarschijnlijk de woede van het publiek zal opwekken.

Een rechtbank in de provincie Muğla had aanvankelijk levenslange gevangenisstraf met verzwarende omstandigheden uitgesproken tegen Cemal Metin Avcı.

De straf werd omgezet in 23 jaar gevangenisstraf op grond van het feit dat het incident het gevolg was van “ongerechtvaardigde provocatie”, een controversiële interpretatie van wetten die in sommige gevallen van vrouwenmoord mildere straffen toekennen.

De “ongerechtvaardigde provocatie” was in dit geval blijkbaar wat Cemal Metin Avcı “chantage” noemde door zijn vroegere vriendin Pınar Gültekin.

De verdachte beweerde lange tijd dat het slachtoffer zijn onfatsoenlijke foto’s had genomen en ermee had gedreigd ze openbaar te maken als hij niet zou betalen, terwijl advocaten van de familie van het slachtoffer de aantijgingen hadden ontkend.

Cemal Metin Avcı zei dat hij de moord niet heeft “beraamd” zoals de aanklagers beweerden en ontkende beweringen dat zijn familie hem hielp de moord te verdoezelen.

Zijn familieleden, onder wie zijn ouders en broer, werden vrijgesproken tijdens de laatste zitting van gisteren, waar zij terechtstonden op beschuldiging van hulp en medeplichtigheid aan de verdachte.

Het 27-jarige slachtoffer verdween op 16 juni 2020. De veiligheidsdiensten hadden een onderzoek ingesteld naar haar verdwijning en Cemal Metin Avcı werd aangehouden als verdachte van haar verdwijning.

Toen haar stoffelijk overschot werd gevonden, gaf hij toe dat hij P.G. had gewurgd en daarna verbrand en haar lichaamsdelen in een vat had gestopt dat hij in een bos had gedumpt.

Hij staat terecht op beschuldiging van het doodmartelen van iemand en de aanklagers hebben een strenge straf gevraagd voor Cemal Metin Avcı, die ervan wordt beschuldigd Gültekin te hebben verbrand terwijl zij nog “in leven” was nadat hij haar nek had dichtgeknepen.

De moord op Gultekin was de laatste in een reeks van “vrouwenmoorden” – de dood van vrouwen door toedoen van hun echtgenoten en partners – die in Turkije tot publieke verontwaardiging en demonstraties hebben geleid.

Volgens het We Will Stop Femicide Platform van Turkije behoorde Gultekin tot de minstens 300 vrouwen die in 2020 zijn vermoord.

In mei vorig jaar vaardigde Erdogan een presidentieel decreet uit waarmee hij Turkije uit het Verdrag van Istanbul terugtrok – een stap die aanleiding gaf tot juridische aanvechtingen door vrouwenrechtengroeperingen en oppositiepartijen.

Volgens de openbare aanklager van de Raad van State was de nietigverklaring van de Conventie van Istanbul door een presidentieel decreet onwettig omdat de Conventie door het Turkse parlement was geratificeerd.

Erdogan en prominente conservatieve figuren in de regering hebben herhaaldelijk gezegd dat ze gendergelijkheid zien als tegenstrijdig met de aard van mannen en vrouwen, en dat ze vijandig staan tegenover feministische ideologieën.

“In onze religie wordt het moederschap zeer hoog gewaardeerd. Feministen begrijpen dat niet, zij verwerpen het moederschap”, zei Erdogan in 2014.

Activisten hebben ook gezegd dat de regering steeds meer druk uitoefent op vrouwenrechtenorganisaties en probeert hen te sluiten.

Eerder deze maand spanden openbare aanklagers een rechtszaak aan tegen het We Will Stop Femicide Platform, dat sinds de oprichting in 2010 campagne voert tegen de moord op en het misbruik van vrouwen.

Het Openbaar Ministerie van Istanbul heeft de groep beschuldigd van “handelen in strijd met de wet en morele waarden”.

Bron: Sabah