De moeder van een Nederlandse vrouw die twee dagen na het ondergaan van een Brazilian butt lift en buikwandcorrectie in Istanbul overleed, heeft een rechtszaak aangespannen tegen de arts en het ziekenhuis. Ze eist een schadevergoeding van 404.000 lira (11.500 euro).

Julie Ann Hari, de moeder, heeft de zaak aangespannen wegens “nalatige doodslag” en “dood door schuld”.

Ze stelt dat haar dochter, Tamara Celeste Tuinfort, tekenen van nood vertoonde, zoals een gezwollen nek en verkleurde huid, die naar verluidt door het medisch personeel werden genegeerd.

Volgens Hari verslechterde de toestand van Tuinfort na de operatie, wat uiteindelijk leidde tot haar dood. Ze beweert dat de arts te laat reageerde en dat het ziekenhuispersoneel niet tijdig en adequaat heeft ingegrepen.

De advocaten van Hari, Bahadır Erbaş en Cemre Yılmaz Akyay, verklaarden in hun verzoekschrift aan de rechtbank dat het lichaam van Tuinfort zonder autopsie naar Nederland werd gestuurd.

“De cliënte, wier psychologische toestand verslechterde door het overlijden van haar dochter op jonge leeftijd, zorgt voor haar drie minderjarige kleinkinderen. Ze is verhuisd naar het huis van haar kleinkinderen en werkt voor een ouderenzorgbedrijf om voor hen te kunnen zorgen. De cliënte heeft zowel financieel als moreel zwaar geleden,” aldus het verzoekschrift.

Doodsoorzaak

Het parket heeft de zaak doorverwezen naar het Forensisch Geneeskundig Instituut om de exacte doodsoorzaak vast te stellen.

Het ziekenhuismanagement houdt vol dat er tijdens de operatie geen complicaties waren en dat de arts direct op de hoogte was van haar toestand.

De advocaat van de arts die de operatie uitvoerde, heeft om afwijzing van de rechtszaak verzocht en verklaarde in zijn antwoord op de aanklacht:

“Wij accepteren niet de bewering dat de arts anderhalf uur te laat in het ziekenhuis aankwam. De arts treft geen blaam in het overlijden van Tuinfort.”

De uitkomst van deze rechtszaak zal wellicht duidelijkheid bieden en mogelijk leiden tot strengere regelgeving in de toekomst.

Bron: Hürriyet