Op 28 september riep Jean Asselborn, de Luxemburgse minister van buitenlandse zaken, de EU op om meer financiële hulp te bieden aan Turkije, waarmee het land projecten voor Syrische vluchtelingen kan ondersteunen.

 

Hij vertelde aan het Duitse dagblad Neue Osnabrucker Zeitung dat Turkije een enorme last draagt door de meer dan 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen die het land opvangt sinds het begin van de Syrische burgeroorlog in 2011.

“Voor mij is het vanzelfsprekend dat Turkije hier financiële hulp voor krijgt. Daarom zou de EU die hulp moeten bieden. We helpen er de Syrische vluchtelingen mee”, benadrukte hij. Het geld zou gebruikt moeten worden voor bijvoorbeeld basisgezondheidszorg voor vluchtelingen en onderwijs voor hun kinderen.

Als onderdeel voor een akkoord tussen Turkije en de EU over vluchtelingen dat in 2016 gesloten werd, beloofden de 28 EU-lidstaten 6 miljard euro voor de periode 2016-2019 om de levensomstandigheden van vluchtelingen in Turkije te verbeteren.

Tot nu toe werd daar slechts 3,71 miljard euro voor vrijgemaakt, en 2,51 miljard uitbetaald.

Turkse politici bekritiseerden de Europese bureaucratie die het moeilijk maakt om de beloofde fondsen vrij te maken. Eerder deze maand had president Recep Tayyip Erdoğan kritiek op de EU-lidstaten omdat ze hun beloftes niet volledig nagekomen zijn. Hij riep de landen op om nu echt stappen te ondernemen om de last van de vluchtelingencrisis te verdelen.

Turkije vangt zo’n 3,6 miljoen Syrische vluchtelingen op, meer dan elk ander land. Volgens officiële cijfers heeft Ankara al 36.5 miljard euro aan de vluchtelingen uitgegeven.

Bron: Hürriyet