Syrische vluchtelingen in een kamp in de Turkse provincie Gaziantep. Ze willen lang niet allemaal naar Europa. © ANADOLU AGENCY

Hoe controversieel de Europees-Turkse deal ook is, de meeste Syriërs in de Turkse vluchtelingenkampen zijn er wel degelijk tevreden. ‘Hier zit ik dicht bij mijn land. Als de oorlog voorbij is, keer ik terug. 

Het leven in het vluchtelingenkamp Islahiye bestaat uit wachten. Redouan Abdulrazan (65) wacht op een wooncontainer. In de tent waarin de gepensioneerde Syriër woont met zijn vrouw en gehandicapte zoon, is het al vier jaar broeierig warm of net ijskoud. Hij heeft geen stromend water of sanitair. Dag en nacht staat de televisie aan. Uit verveling, maar ook om de situatie in het thuisland op de voet te volgen.

deze
Redouan Abdulrazan en zijn gezin

De afgelopen maanden zag Abdulrazan ook de beelden van Syriërs die de oversteek naar Europa maakten. Honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen die een nieuw leven willen opbouwen in een onbekend land en duizenden euro’s betaalden voor de gevaarlijke oversteek. Zelf kreeg hij een uitnodiging van de Verenigde Naties om legaal naar Europa te vertrekken met zijn gezin. Het aanbod werd vriendelijk afgewezen.

‘Hier zit ik dicht bij mijn land. Als Syrië weer veilig is, ben ik de eerste die de grens oversteekt. Op de dag dat Bashar al-Assad weg is en het vechten voorbij is, daar wacht ik op,’ zegt hij vastberaden. ‘Weet je wat het is? Ze zullen nooit terugkomen, de Syriërs die nu in Europa wonen. Zelfs niet als het veilig is in Syrië.’

Er wonen nu 2,7 miljoen Syriërs in Turkije, van wie zo’n 10 procent in vluchtelingenkampen.

Hier kunnen vluchtelingen kosteloos wonen, krijgen ze een maandelijkse toelage om voedsel te kopen en kunnen ze gratis gebruikmaken van scholen en ziekenhuizen.

Buiten de kampen hebben vluchtelingen het vaak financieel zwaarder omdat het moeilijk is een werkvisum te bemachtigen en ze dus de woonlasten niet kunnen opbrengen. Die Syrische vluchtelingen vertrokken de afgelopen maanden dan ook massaal vanuit Turkije naar Europa, op zoek naar een beter leven.

Afgelopen weekend bezochten EU-president Donald Tusk, vice-Commissievoorzitter Frans Timmermans en de Duitse bondskanselier Angela Merkel vluchtelingenkamp Nizip, waar 5.000 Syriërs wonen en de leefomstandigheden beter zijn dan in Islahiye. In Nizip hebben de tentjes plaatsgemaakt voor containers met kleine keukentjes, stromend water en toiletten. De straten zijn schoon en geordend. Sommigen hebben zelfs een moestuintje aangelegd.

Achmed (30) woont samen met zijn drie kleine kinderen, zijn ouders en de tweede vrouw van zijn vader in een krappe container met drie kamers. Vier jaar geleden vertrok hij uit Idlib nadat zijn buurt gebombardeerd werd door het Syrische regime. Het huis, de auto en de kapperszaak: alles werd achtergelaten. Op de vraag of hij eraan gedacht heeft naar Europa te gaan, schudt hij zijn hoofd. ‘Alleen als ik een uitnodiging zou krijgen en daar een baan kan vinden. Illegaal naar Europa gaan wil ik niet. De bootreis is te gevaarlijk. Bovendien zou ik dan alles in Syrië moeten verkopen om de reis te kunnen betalen, want geld heb ik niet. En als ik alles verkoop, heb ik niks meer om voor terug te keren.’

In het kamp is geen werk, zegt Achmed. Prettig wonen is het er niet, veilig wel. Ook wordt de Turkse gastvrijheid geprezen.

deze 2
Syrische Turkmenen en Arabieren

Hier zijn we tenminste welkom, klinkt het massaal onder de Syriërs. ‘In dit kamp wonen Turkmenen, Arabieren en Circassians uit Syrië. We gaan vreedzaam met elkaar om. Goede mensen’, aldus Achmed.

Even verderop woont de 24-jarige Mohammed Shibab met zijn vrouw, zus en pasgeboren baby. Drie jaar geleden vluchtte de vrachtwagenchauffeur met pijn in zijn hart uit Idlib. ‘Nee, ik wil niet naar Europa. Het cultuurverschil is te groot en het is ver weg. Ik wil gewoon terug naar mijn land, terug naar Syrië.’

In het kamp wonen heel veel kinderen die Syrië nog nooit gezien hebben, omdat ze in het kamp geboren zijn. De oudere kinderen spreken inmiddels Turks. Dat hebben ze op school geleerd. Na schooltijd spelen ze buiten op straat, in het kamp. Shibab kijkt naar de kinderen die lachend voorbijrennen.

‘Hoewel we dankbaar zijn voor de opvang, klopt het niet. Die kinderen horen in hun eigen straten te spelen. Niet hier, in Turkije.’

De Tijd

Brenda STOTER