Het recente bezoek van de Griekse minister van Buitenlandse Zaken Nikos Dendias aan Turkije lijkt een bittere nasmaak te hebben nagelaten in Ankara, aangezien hij tijdens de persconferentie die volgde op zijn ontmoeting met minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Çavuşoğlu een harde en beschuldigende taal uitsloeg in de richting van Turkije.
Niet alleen beschuldigde hij Turkije ervan de nationale belangen van Griekenland te bedreigen, maar hij waarschuwde de Turkse beleidsmakers ook dat als Turkije zijn recente regionale beleid niet wijzigt, het als blok tegenover de Europese Unie zal komen te staan.
Uit vrees voor de machtscapaciteit en de toenemende onderhandelingspositie van Turkije binnen de NAVO, heeft Griekenland zich decennia lang tot de EU gewend als een veiligheidsschild tegen Turkije.
Het lijkt erop dat noch de roeping van Turkije om lid te worden van de EU, noch de ogenschijnlijk positieve gevolgen van de veelgeprezen “Sirtaki-diplomatie” aan het eind van de jaren negentig de Griekse calculus ten opzichte van Turkije heeft veranderd.
De oude formule dat Ankara’s weg naar Brussel via Athene en Nicosia loopt, geldt nog steeds in Griekenland..
Griekse misrekeningen
Ondanks de verwachtingen van Griekenland is het blok geen geloofwaardige internationale speler gebleken op het gebied van buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid.
De huidige EU vertrouwt nog steeds op de veiligheidsbescherming van de Verenigde Staten en de NAVO blijft onmisbaar voor de Europese veiligheid.
De interne verdeeldheid tussen de lidstaten is zo hardnekkig dat noch de COVID-19-pandemie, noch de groeiende argwaan over de geloofwaardigheid van de inzet van de VS voor de liberale internationale orde, noch Brexit, noch de geopolitieke uitdagingen die de opkomst van China en Rusland aan de Europese veiligheidsorde stelt, lijken te hebben geleid tot een strategisch autonome EU.
Bovendien is er binnen de EU geen eensluidende houding ten opzichte van Turkije.
De chantagestrategieën van Griekenland hebben in het verleden enkele pro-Griekse resultaten opgeleverd, zoals de toelating van het Grieks-Cypriotische bestuur tot de EU in 2004, als vertegenwoordiger van het hele eiland.
Toch is de huidige EU nog lang niet zover dat zij zich als beschermend schild achter Griekenland schaart.
Ondanks de afnemende vooruitzichten op het EU-lidmaatschap van Turkije, blijven sommige EU-leden Turkije beschouwen als van vitaal belang voor de verwezenlijking van de belangrijkste belangen van de EU.
Duitsland, Spanje, Italië, Portugal, Hongarije en Polen zijn enkele van deze landen.
Griekenland en Turkije zijn buren en wanneer zij diplomatie en goede nabuurschapsbetrekkingen centraal stellen in hun betrekkingen, wordt de Egeïsche Zee een zee van vrede en hoop.
Ja, de bilaterale problemen zijn moeilijk op te lossen, maar ze zijn niet totaal onoplosbaar en win-winresultaten zijn haalbaar. Laten we het blijven proberen.
*Professor in het Departement Politieke Wetenschappen en Internationale Betrekkingen aan de Bilim Universiteit van Antalya. (Opinie door TARIK OĞUZLU)