Duizenden Ottomaanse soldaten werden gevangen genomen nadat de Britten de Irakese stad Basra in 1917 veroverden. Men gaat ervan uit dat de meeste van de soldaten zijn gestorven in de gevangeniskampen in de staat Rakhine, gelegen in de toenmalige Indische kolonie van de Britten. (AA)

Een stapel brieven die werden geschreven door gevangengenomen Ottomaanse soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog zullen weldra worden bezorgd aan hun kleinkinderen, zei de directeur-generaal van de Turkse Rode Halvemaan.

In een gesprek met Anadolu Agency zei Ibrahim Altan dat de hulporganisatie in het verleden al zo’n 12,000 brieven heeft bezorgd aan de familieleden van Ottomaanse soldaten die door het Britse leger gevangen werden gehouden in Myanmar.

“In dit opzicht was Kızılay (Turkse Rode Halvemaan) de belangrijkste en veiligste brug tussen de soldaten en hun families,” zei hij.

Bezorgd aan de kleinkinderen

Een aantal brieven die op dat moment niet de juiste adressen konden bereiken, zijn onlangs door de Turkse Rode Halvemaan gearchiveerd en zullen weldra aan de kleinkinderen van de soldaten worden bezorgd.

Eén van de brieven werd geschreven door Hüseyin Mustafa, een 25 jarige uit de noordwestelijke Turkse provincie Kastamonu. Een andere brief behoort toe aan Hacı Dede uit de hoofdstad Ankara, die schreef dat hij drie jaar lang gevangen werd gehouden.

Duizenden Ottomaanse soldaten werden gevangen gehouden nadat de Britten begin 1917 de Iraakse stad Basra hadden bezet. Men gaat er van uit dat het grootste deel van die soldaten gemarteld werd in gevangeniskampen in de staat Rakhine, die toen deel uitmaakte van India.

Het initiatief werd genomen door de Turkse Rode Halvemaan, die in 2018 zijn 150e verjaardag viert.

Sinds de oprichting in 1868 heeft de Turkse Rode Halvemaan onder meer gewonden geholpen op het slagveld en wereldwijd humanitaire hulp verleend.

Sabah