Zeliha E. uit Amersfoort mag tóch worden uitgeleverd aan Turkije vanwege haar mogelijke betrokkenheid bij de smokkel van 83 kilo heroïne die in 2006 in beslag is genomen.

Dat heeft de rechter vrijdag besloten. Alle bezwaren van de verdachte zijn van de hand gewezen, zo ook dat de uitlevering van de 55-jarige vrouw politiek gemotiveerd zou zijn.

De Amersfoortse Zeliha E. stelde in een kort geding alles op alles om te voorkomen dat ze zou worden uitgezet naar Turkije.

De vrouw die in 1991 naar Nederland vluchtte, vreesde onder meer dat ze in Turkije geen eerlijk proces zou krijgen vanwege haar betrokkenheid bij terroristische activiteiten.

Niet bewezen

De rechtbank in Den Haag oordeelde echter dat niet is aangetoond dat de minister zijn discretionaire bevoegdheid had moeten gebruiken om Zeliha E. níet uit te leveren aan Turkije.

Zwaarwegende redenen zijn volgens de rechter niet bewezen. Volgens de rechter is het voor de hand liggend dat de verdachte in Turkije wordt berecht om de 83 kilo heroïne, omdat de drugs in dat land in beslag zijn genomen.

Turkije heeft bovendien ook al andere verdachten vervolgd in deze zaak. En daarbij richt het Turkse opsporingsonderzoek zich specifiek op deze inbeslagname, stelt de rechtbank.

Ook het punt dat Zeliha E. eerder al vervolgd was in Nederland om 5,5 kilo heroïne, en dus voor de tweede keer zich moet verantwoorden, snijdt volgens de rechter geen hout.

De rechtbank oordeelde dat de minister in redelijkheid heeft besloten gehoor te geven aan het uitleveringsverzoek van Turkije.

Zeliha E. gaf eerder aan in beroep te gaan, mocht het kort geding verkeerd voor haar uitpakken. Of ze dat nu daadwerkelijk doet, is nog niet bekend.

Bron: Nederlandse media