De Democratische Volkspartij (HDP) krijgt geen financiële steun van de staat voor het jaar 2023 totdat het Constitutioneel Hof de rechtszaak tegen de partij, die de sluiting ervan eist wegens vermeende banden met de terreurorganisatie, heeft afgerond.

Na een aanklacht van de hoofdaanklager van het Hooggerechtshof, Bekir Şahin, is het Constitutioneel Hof bezig met een rechtszaak tegen de HDP.

Op 19 december 2022 eiste Şahin officieel dat het hooggerechtshof de bankrekeningen van de HDP zou bevriezen omdat het door de staat toegewezen geld naar de PKK wordt gesluisd.

Het Constitutioneel Hof heeft met meerderheid van stemmen besloten dat de bankrekeningen van de HDP op verzoek van de hoofdaanklager tijdelijk moeten worden bevroren totdat een definitieve uitspraak wordt gedaan.

De politieke partijen in Turkije ontvangen financiële steun van de schatkist in verhouding tot de stemmen die zij bij de nationale verkiezingen krijgen. De steun wordt op 10 januari op de rekeningen van de partijen gestort.

De HDP zou voor 2023 539 miljoen Turkse Lira ontvangen. De rechtbank zal het besluit een maand na het horen van de verklaringen van de HDP over het bevriezen van de rekeningen opnieuw bekijken.

Bekir Şahin zal op 10 januari zijn aanklacht mondeling verdedigen voor de hoogste rechtbank. De HDP zal haar mondelinge verdediging 30 dagen na de hoofdaanklager voeren.

Na deze procedure zal een rapporteur een verslag opstellen over de rechtszaak en dit voorleggen aan de hoogste rechters voor de definitieve uitspraak. Voor het verbieden van een politieke partij zijn ten minste 10 van de 15 rechters nodig.

Bron: Hürriyet