De Turkse en Estse minister van Buitenlandse Zaken.

Turkije heeft gevechtsvliegtuigen nodig. Als het land geen F-35 straaljagers kan bestellen, moet er een alternatief gevonden worden, maar dat zouden we liever niet willen. Dit liet de Turkse minister van buitenlandse zaken Mevlüt Çavuşoğlu eerder deze week weten.

Hij was in de Estse hoofdstad Tallinn en hield een gezamenlijke persconferentie met zijn Estse collega Urmas Reinsalu. Daar vertelde hij ook dat Turkije dringend een systeem voor luchtdoelraketten nodig had en daarom het S-400 raketsysteem van Rusland gekocht heeft. Volgens Çavuşoğlu maken de VS daar nu een probleem van, maar Turkije is nog steeds partner in het F-35-programma, samen met nog 8 andere landen.

Turkije produceert ook onderdelen voor deze gevechtsvliegtuigen, en daarom wil het land ook zo graag de F-35s kopen. Hij praatte ook over de Russische aanwezigheid in het Midden-Oosten. Dit is een realiteit en Turkije en Rusland hebben volgens hem goede economische relaties. Er zijn natuurlijk wel problemen die veroorzaakt worden door de agressie van het Assad-regime in Syrië, maar Turkije en Rusland proberen die samen op te lossen via de verdragen van Astana en Sochi.

Op 29 augustus sprak Mark Esper, de Amerikaanse minister van Defensie, wel de hoop uit dat Turkije toch niet zou verder gaan met het S-400-systeem. Dan zou het land kunnen terug keren naar het F-35-programma. Esper liet op een uitzonderlijke persconferentie in het Pentagon weten dat Ankara niet meer mag deelnemen aan het F-35-programma als het niet volledig uit het Russische S-400-programma zou stappen.

“Zowel publiek als in mijn privé-contact met mijn Turkse collega ben ik duidelijk geweest. Turkije moet kiezen tussen F-35 en S-400, niet beide. Je kan niet een systeem in de garage zetten en het andere uitrijden,” zei Esper. “Dus dit is de situatie, en dat is jammer. Zoals ik al zei is Turkije een belangrijke bondgenoot en een goede partner geweest tot nu toe. Daarom hoop ik dat Turkije zal doen wat de NAVO jaren geleden overeen kwam, namelijk om ons te ontdoen van Russisch materieel uit de Sovjet-periode”, zei Esper.

Uitgesloten van het F-35-programma

De regering van Trump heeft Turkije uitgesloten van het F-35-programma, maar er blijft nog hoop dat er een compromis kan gevonden worden waarbij Turkije het S-400-systeem kan behouden. Het moet dan wel worden uitgeschakeld, en dan zou Ankara weer tot het programma toegelaten kunnen worden. Donald Trump heeft al eerder laten blijken dat hij liever geen sancties voor Turkije wil vanwege de aankoop van het S-400-systeem, ook toen Turkije in juli van het F-35-programma werd uitgesloten. De Amerikaanse regering houdt vol dat het S-400-systeem ervoor kan zorgen dat de geavanceerde straaljagers vatbaar worden voor Russische spionage. S-400 zou ook niet compatibel zijn met de systemen van de NAVO.

Volgens Turkije zou het S-400-systeem niet geïntegreerd worden in de systemen van de NAVO, en zou het ook geen bedreiging voor de alliantie zijn. Trump beschuldigt de regering van Obama ervan dat deze situatie is ontstaan omdat deze regering weigerde een overeenkomst te sluiten waarbij Turkije het Patriot raketsysteem van het Amerikaanse bedrijf Raytheon zou kopen.

Een tweede lading S-400-raketten werd geleverd op 27 augustus en volgens het Turkse ministerie van defensie gaan leveringen nog een maand door. De eerste levering was in juli. De eerste batterij werd op 25 juli opgeleverd.

Hürriyet