De Turkse bakkerijhouder Seçkin Dikmen pronkt met zijn brood in zijn winkel in Brussel, België, 21 april 2021. (AA-foto)

Een Turkse bakker in Brussel heeft de Ottomaanse traditie “askıda ekmek” in praktijk gebracht door tijdens de maand Ramadan gratis brood uit te delen aan iedereen die het nodig heeft.

Seçkin Dikmen, eigenaar van een bakkerij in de Evere regio in Brussel, begon drie jaar geleden met de hulp van filantropen met de praktijk van askıda ekmek, wat letterlijk “brood ophangen” betekent.

Dikmen zei dat hij wil dat iedereen, ongeacht zijn culturele, raciale of etnische achtergrond, kan profiteren van deze daad van vriendelijkheid en delen.

“We delen pides, plat brood dat gewoonlijk tijdens de ramadan wordt gebakken, en broden gratis uit aan al onze klanten, ze vinden die actie echt leuk. Ik geloof dat we de harten van mensen raken.” zei hij.

De Turkse bakker deelt sinds het begin van de maand Ramadan elke dag ongeveer 300 broden en Ramadan pides uit.

Dikmen zei dat wat hij nastreeft is eerst mensen helpen en dan andere mensen aanmoedigen om dat ook te doen.

Erfenis van Ottomaanse rijk

Hij vond askıda ekmek ook belangrijk vanwege de wortels ervan in het Ottomaanse Rijk. “We moeten deze erfenis van het Ottomaanse Rijk vandaag levend houden,” zei hij.

Hoewel de traditie van askıda ekmek dateert uit het Ottomaanse tijdperk, wordt ze nog steeds op grote schaal beoefend in Turkse steden.

De traditie is gebaseerd op een liefdadigheidscyclus waarbij zowel gever als ontvanger onzichtbaar voor elkaar blijven.

Brood aan een haakje: de behoeftige kan brood nemen zonder te vragen”

Iedereen die naar een bakkerij gaat, kan extra geld geven dat voor askıda ekmek wordt gebruikt. Later legt de bakker eigenaar broden die gemaakt zijn met het geld dat hij ontvangt in een zak op de deur van de bakkerij. Iedereen die het nodig heeft, kan komen en zoveel brood nemen als hij of zij wil.

De Ottomanen streefden ernaar een liefdadigheidssysteem tussen mensen tot stand te brengen en niet de gevoelens te kwetsen van iedereen die behoefte had aan het aannemen van liefdadigheid.

Bron: Sabah