De twee landen zullen ook opnieuw chartervluchten opstarten tussen Istanboel en Jerevan, zei Çavuşoğlu tijdens de begrotingsbesprekingen van zijn ministerie in het parlement.

De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Çavuşoğlu zei maandag dat Turkije en Armenië wederzijds speciale gezanten zullen aanstellen om stappen te bespreken om de banden te normaliseren, en hij voegde eraan toe dat zij ook chartervluchten tussen Istanboel en Yerevan zullen hervatten.

Sprekend tijdens de begrotingsonderhandelingen van zijn ministerie in het parlement, voegde Cavusoglu eraan toe dat Turkije met Azerbeidzjan zal coördineren over de stappen naar normalisatie met Armenië.

Tijdens het Nagorno-Karabach-conflict van vorig jaar steunde Ankara Azerbeidzjan en beschuldigde het Jerevan van het bezetten van Azerbeidzjaanse gebieden.

Vóór de oorlog had Azerbeidzjan alle Turkse pogingen om de grens met Armenië te openen geblokkeerd, met het argument dat Jerevan zich eerst uit de bezette gebieden moest terugtrekken.

De Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev zei vorig jaar echter dat zijn standpunt in deze kwestie was veranderd.

Eerder dit jaar verklaarde de Amerikaanse president Joe Biden de zogenaamde ‘massamoord’ op de Armeniërs door de Ottomaanse strijdkrachten tijdens de Eerste Wereldoorlog tot ‘genocide’, een stap die de toch al gespannen relatie tussen Washington en Ankara waarschijnlijk onder druk zal zetten.

Turkse functionarissen zeiden destijds tegen de media dat de stap ook de verzoeningsinspanningen met Armenië zou schaden.

“We zouden graag de banden met Armenië normaliseren. Als we een positief momentum zien, zouden we de grenzen kunnen openen”, vertelde een hoge Turkse functionaris.

Armenië en Turkije ondertekenden in 2009 een historisch vredesakkoord om de banden te herstellen en hun gedeelde grens na decennia te openen, maar de deal werd nooit geratificeerd en de banden zijn gespannen gebleven.

Het akkoord werd nooit uitgevoerd als gevolg van Azerbeidzjaanse druk en de beslissing van het Armeens Grondwettelijk Hof in 2010, dat Turkije wettelijk verplichtte de genocide te erkennen als een primaire regel voor normalisatie.

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft de Armeniërs de afgelopen jaren condoleancebetuigingen gestuurd, maar de Turkse regering beweert dat tijdens de oorlog ook Turkse burgers door Armeniërs zijn gedood.

De Turkse president heeft jarenlang aangedrongen op de oprichting van een gezamenlijke historische commissie met Armenië om de feiten over deze kwestie vast te stellen.

Meer dan 30 landen – waaronder Duitsland, Frankrijk, Italië, Bulgarije, Rusland, Griekenland en Nederland – erkennen de Armeense moorden als genocide, samen met de Katholieke Kerk en de Europese Raad.

Hoewel Turkije erkent dat veel Armeniërs tijdens het conflict zijn omgekomen, ontkent de Turkse regering dat de moorden deel uitmaakten van een systematische massamoord.