Op 24 mei landde rond 7 uur lokale tijd een Boeing 787 Dreamliner van de Israëlische luchtvaartmaatschappij EL AL op de luchthaven van Istanboel.

Het zou de goede kant op kunnen gaan met de relaties tussen Israël en Turkije. Redenen daarvoor zijn gemeenschappelijke vijanden in Syrië, een gedeelde visie over de gasontginning in de Middellandse Zee, de coronapandemie en een nieuwe Israëlische minister van Buitenlandse Zaken.

Dat schreef columnist Seth Frantzman vrijdag in de Jerusalem Post. Frantzman haalde een recent artikel aan van Roey Gilad, de Israëlische diplomaat die zich bezighoudt met de relaties met Turkije.

Die betoogde dat Turkije en Israël gemeenschappelijke belangen hebben, met name een gedeelde vijandschap tegenover de Libanese Hezbollah, die ook haar rol speelt in de strijd in Idlib, Noordwest-Syrië.

Misschien, zegt Gilad, zullen COVID-19 en andere uitdagingen zorgen voor een normalisatie in de betrekkingen, wat betreft handel, toerisme, energie en academische samenwerking.

Maar “de bal ligt in het kamp van Turkije,” zegt hij. Het was namelijk Turkije dat de Israëlische ambassadeur had weggestuurd in mei 2018, als reactie op het geweld in Gaza en op de beslissing van de VS om haar ambassade naar Jeruzalem te verhuizen.

Er is ok nog steeds de wrange nasmaak van het incident van de Mavi Marmara uit 2010. Toen werden Turkse activisten gedood op een boot die probeerde de blokkade van Gaza te doorbreken.

Maar anderzijds is het opvallend dat Israël Turkije niet veroordeelt voor de gasboringen voor de kust van Cyprus. Dit ondanks het protest van Cyprus, Frankrijk, Egypte, Griekenland en de VAE.

En in Israël is er een nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, Gabi Ashkenazi. Die zou weleens een nieuwe wind kunnen doen waaien. In Washington zijn er mensen die met plezier toekijken hoe Israël en Turkije discussiëren, zegt Frantzman, omdat ze denken dat dat ertoe kan leiden dat Ankara zich harder gaat opstellen tegen Iran.

Donderdag verscheen er in de Jerusalem Post een artikel van Anna Ahronheim. Daarin zegt ze dat het Israëlische leger met belangstelling naar Turkije kijkt. Men heeft bewondering voor de Turkse successen in de strijd tegen Hezbollah in Syrië eerder dit jaar.

Begin februari stuurde Turkije tanks, pantserwagens, artillerie en troepen naar Idlib. Daar was een offensief aan de gang van de Syrische regering, gesteund door honderden Hezbollah-strijders, om het laatste bolwerk van de oppositie weer in handen te krijgen. Hezbollah heeft in jaren niet zo’n grote verliezen geleden als toen, dankzij de tussenkomst van Turkije, volgens Ahronheim.

Ook in de Turkse media kreeg het artikel van Gilad en de gedeelde belangen in Syrië al veel aandacht, zegt Frantzman.

Er mogen dan wel nieuwe kansen tot toenadering komen, in de globale strategie van het Israëlische leger is daar nog niets van te merken. In de jaarlijkse militaire evaluatie in januari werd Turkije nog steeds als een bedreiging beschouwd. Er blijven nog veel onopgeloste problemen bestaan tussen beide landen.

“Kortom: er zijn veel dingen die zouden kunnen veranderen, maar er is ook veel inertie in de omgekeerde richting,” concludeert Frantzman.

Bron: Jerusalem Post

S.V.R.