Griekse minister van Buitenlandse Zaken Nikos Dendias en de Egyptische minister van Buitenlandse Zaken Sameh Shoukry

Na het vrijdaggebed in de iconische Hagia Sofia in Istanboel op 7 augustus, praatte president Recep Tayyip Erdoğan met de pers, onder meer over een maritiem verdrag tussen Egypte en Griekenland.

“Deze waardeloze afspraak tussen Caïro en Athene heeft geen invloed op de exclusieve economische ruimte (EEZ) in de Oostelijke Middellandse Zee.

Wij hoeven geen ontmoeting te hebben met partijen die geen rechten hebben over de grondstoffen of jurisdictie over het maritieme gebied”, zegt Erdoğan.

greekcitytimes.com

Op 6 augustus kwam vanuit Egypte het bericht dat er een bilateraal verdrag (zie bovenstaande foto) met Griekenland gesloten werd waarbij de landen hun maritieme grenzen in de Oostelijke Middellandse Zee bepaalden.

Dit was een reactie op de Turkse plannen om bijkomende licenties te verlenen voor boringen in het gebied. Die plannen stuiten op veel kritiek vanuit Griekenland en de EU.

Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken veroordeelde het verdrag tussen Egypte en Griekenland omdat de landen geen maritieme grenzen met elkaar hebben.

Dit feit maakt het verdrag nietig voor Ankara. Het ministerie meldde aan de VN dat een deel van het gebied benoemd in het verdrag op het Turkse territoriale plat ligt.

Verschillende landen hebben geprobeerd Turkije uit te sluiten van verdragen in de Oostelijke Middellandse Zee, hoewel het land de langste kustlijn van het gebied heeft. Daar verzet Ankara zich al langer tegen.

Hoewel Turkije pleit voor een eerlijke verdeling van de fossiele brandstoffen in het gebied, waren de pogingen van de andere landen erop gericht Turkije de rechten op de grondstoffen te ontzeggen.

In november 2019 sloten Turkije en de Libische Regering van Nationaal Akkoord (GNA) een verdrag dat de maritieme grenzen tussen beide landen bepaalde.

Explosie Beirut

De president ging ook in op de coronacrisis en op de explosie in Beirut. Turkije volgt het onderzoek van de Libanese overheid naar de verschrikkelijke ontploffing in de hoofdstad op de voet. Bij de ontploffing op 4 augustus stierven minstens 154 mensen en geraakten er meer dan 5.000 gewond. Er is ook aanzienlijke materiële schade.

“Dit is verschrikkelijk”, klonk het. “Wij steunen Beirut, Libanon en het Libanese volk op alle mogelijke manieren.” De Libanese overheid zal een onderzoekscommissie opstellen om uit te zoeken hoe de ontploffing is kunnen gebeuren. Door de ontploffing werd het hele land zwaar getroffen, ook op economisch gebied. De koers van de Libanese pond daalde sterk ten opzichte van de Amerikaanse Dollar.

Volgens de president heeft Turkije ook een helpende hand uitgereikt aan bijna 150 landen in de strijd tegen COVID-19. “Onze hulp bestaat uit allerlei medisch materiaal, van mondmaskers tot schorten en medicijnen.”

Op 6 augustus waren er in Turkije 237.265 officiële besmettingen met het coronavirus gemeld. Ook genazen al 220.546 mensen en stierven er 5.798.

In 188 landen en regio’s stierven minstens 715.500 mensen aan COVID-19. De zwaarst getroffen landen zijn Rusland, Brazilië, India en de VS. Volgens cijfers van de Johns Hopkins-universiteit liepen wereldwijd 19,12 miljoen mensen het virus op en genazen er 11,59 miljoen.

K.L.

(Bron: Anadolu Agency)