De Turkse president Erdogan

De Turkse president Erdogan lijkt vastberaden door te gaan met de bouw van een nieuw kanaal in de miljoenenstad Istanbul. De Belgische baggerbedrijven Jan De Nul en DEME tonen interesse in het megaproject.

Met het megaproject wil Turkije een kunstmatige zeeweg tussen de Zwarte Zee en de Zee van Marmara aanleggen. Het Istanbulkanaal moet 43 kilometer lang en 400 meter breed worden. Het zou parallel lopen met de Bosporus. De Turkse regering mikt op een capaciteit van 160 schepen per dag.

Langs de oevers moeten container- en jachthavens komen, net als woongebieden. ‘We plannen er twee nieuwe moderne steden’, zei Erdogan eind december. Minstens Zes nieuwe bruggen moeten het kanaal overspannen.

De Turkse president droomt al sinds 2011 van een kanaal van dezelfde grootteorde als het Suez- en het Panamakanaal. Tijdens zijn campagne in 2011 noemde hij het ‘mijn gekke project’. Eind vorig jaar kreeg het groen licht van het ministerie van Milieu en Stedelijke Ontwikkeling. Nu wil de Turkse president Erdogan er vaart achter zetten, zodat het afgerond is tegen 2023. Dan viert de Turkse Republiek zijn honderdjarige bestaan.

De Chinezen zijn geïnteresseerd, maar de grootste interesse komt uit de Benelux’, liet de Turkse minister van Transport Cahit Turhan zich over de aanleg ontvallen. Jan De Nul Group bevestigt aan de Belgische krant ‘De Tijd’ interesse te hebben.

Kritiek op het project

He project botst ook op kritiek. Volgens milieuactivisten zou het kanaal het grond- en oppervlaktewater van Istanbul beschadigen en de Zee van Marmara bedreigen. Ze vrezen grote schade aan het ecosysteem. Geologen zijn vooral beducht voor de gevolgen van een aardbeving. Zeker het kunstmatige eiland tussen de Bosporus en het nieuwe Istanbulkanaal baart zorgen.

De kritiek verweeft zich met het Turkse politieke strijdtoneel. Zo is er verzet van Ekrem Imamoglu, de nieuwe burgemeester van Istanbul van de oppositiepartij CHP die nogal wat waarnemers noemen als een potentiële president. Eind december kondigde Imamoglu aan dat zijn stad zich uit het project trekt. ‘Dit is een moordaanslag op de stad. We zullen er alles aan doen opdat het project niet doorgaat.’

‘Imamoglu heeft de autoriteit niet te beslissen of het kanaal er moet komen of niet’, repliceerde Erdogan. ‘Of ze het nu willen of niet, het komt er’, benadrukte hij.

En dan is er het geopolitiek plaatje. Volgens Turkije zal de nieuwe Chinese Zijderoute resulteren in meer scheepvaart vanuit Azië naar Oost- en Noord-Europa via de Zwarte Zee. De minister van Transport schat dat het aantal tankers dat door de Turkse zeestraten moet het volgende decennium oploopt tot 70.000 per jaar.

Het Verdrag van Montreux was een verdrag uit 1936 waarmee Turkije de controle over de Bosporus en de Dardanellen verkreeg en tevens de militaire activiteiten in de regio reguleerde. Het verdrag gaf de Turken de volle controle over de straten maar garandeerde ook de vrije doorgang van koopvaardijschepen in vredestijd. (Wikipedia)

Niet onbelangrijk: het nieuwe kanaal moet ook geld in het laatje brengen. Ankara hoopt jaarlijks op een klein miljard euro. Dat is opmerkelijk. Het land engageerde zich met het Verdrag van Montreux tot een vrije doorvaart in de Turkse zeestraten. De vraag is of dat verdrag uit 1936 ook het nieuwe kanaal dekt. Volgens Erdogan niet. ‘Het verdrag is alleen bindend voor de Bosporus, niet voor het Istanbulkanaal.’

Bron: De Tijd