Het geraamte van het (Turkse restaurant), een hoog gebouw dat uitkijkt over het Tahrirplein in het centrum van Bagdad, is nu een tijdelijke thuis en een bruisend ontmoetingscentrum geworden voor betogers die protesteren tegen de heersende klasse in Irak. Op 2 november opende een groep jonge mannen op de benedenverdieping een verdeelpunt voor gedoneerde kleding, voedsel en andere voorwerpen zoals dekens, battery packs en sigaretten.

De groep, die zichzelf het comité voor logistieke ondersteuning noemt, zorgt er daarmee voor dat iedereen in het ooit lege gebouw goed bevoorraad blijft. Mensen namen hun intrek in het gebouw toen op 24 oktober de tweede golf protesten tegen de regering van Iraaks premier Adel Abdul Mahdi uitbrak. Betogers eisen de afschaffing van de politieke orde die ontstond na de oorlog in 2003. Volgens hen is die endemisch corrupt en niet in staat iedereen van basisbehoeften en diensten te voorzien. Abdul Mahdi heeft beloofd hervormingen door te voeren en zijn kabinet grondig te herzien, maar tot nu toe zijn de betogers daardoor nog niet bedaard.

Het gebouw waarin ze hun intrek genomen hebben was ooit een zakencentrum. Tijdens beide golfoorlogen werd het gebombardeerd waarna het verkommerde. Nu staat het bekend als het Turkse restaurant, omdat zo’n restaurant in de jaren 1980 gevestigd was op de hoogste verdieping. De betogers hebben zich nu in het gebouw gevestigd, naar eigen zeggen zodat ordetroepen het niet kunnen gebruiken om de betogers te beschieten. Sinds de eerste golf protesten begin oktober uitbrak, zijn in Irak al meer dan 250 mensen bij die protesten omgekomen.

“Ze hebben verschillende keren geprobeerd het gebouw binnen te dringen. Ze hebben traangas gebruikt. Ze hebben geweld gebruikt. Er zijn enkele van onze mensen gestorven, maar we blijven in het gebouw”, aldus Khalil Ibrahim, een 28-jarige werktuigbouwkundige die zichzelf voorstelde als de woordvoerder van de 14de verdieping. De man zit al 3 jaar zonder werk. “We blijven hier tot dit corrupte regime, dit slaafse bestuur gevallen is.”

Bron: Hürriyet