Het protestante Visser ’t Hooft Lyceum in Leiden neemt afstand van een opdracht die afgelopen week in een les godsdienst van een derde klas werd gedeeld. Over de schrijfopdracht ontstond onder meer op sociale media commotie.

In de schoolopdracht stond de vraag: “Hoe komt het dat mensen geloven in een godsdienst die zoveel geweld voortbrengt?”

En: “Waarom zijn er zoveel moslimterroristen?” Leerlingen moesten in de opdracht over “de vrijheid van godsdienst en de islam” deze en andere vragen verwerken tot een krantenartikel van 500 woorden.

In de opdracht stond bijvoorbeeld de vraag: “Hoe komt het dat mensen geloven in een godsdienst die zoveel geweld voortbrengt?”

En: “Waarom zijn er zoveel moslimterroristen?” Leerlingen moesten in de opdracht over “de vrijheid van godsdienst en de islam” deze en andere vragen verwerken tot een artikel van 500 woorden.

Niet de bedoeling

Voorzitter Hoekstra van het college, waar de school onder valt, zegt tegen de Nederlandse media dat de schoolopdracht nooit zo gegeven had moeten worden.

“Over het geheel was de opdracht intellectueel en moreel niet erg sterk. Eigenlijk de enige vraag waar we achter kunnen staan is: hoe kunnen wij onszelf beschermen tegen fundamentalisme? Maar daar moet niet één godsdienst of levensovertuiging aan gekoppeld worden.”

De opdracht is door een individuele docent gemaakt en niet eerder gegeven, zegt hij. Toen de opdracht in de les voorbijkwam heeft één leerling met een islamitische achtergrond ontdaan de les verlaten.

Gesprek

Deze week is er nog een gesprek geweest met de klas en hun mentor. De school is ook in gesprek geweest met de docent, maar Hoekstra wil verder geen reactie geven.

Lyceum-directeur Ron Onderwater laat in een persmededeling weten dat de school afstand neemt van ‘enkele vragen in de schrijfopdracht’ tijdens een godsdienstles afgelopen week.

‘Het Visser ’t Hooft Lyceum stelt zich op het standpunt dat geen enkel geloof of levensbeschouwing als geheel mag worden aangesproken op de acties van een kleine groep. Wij hebben respect voor elkaar, ongeacht afkomst, geloof of geaardheid en betreuren het als mensen zich door deze opdracht gekwetst voelen. Dat is zeker niet de bedoeling’.

Bron: NM