“Heren! Morgen zullen we de republiek uitroepen.” Dat is wat Mustafa Kemal Atatürk, de stichter van het moderne Turkije, zei op de avond van 28 oktober 1923 tegen zijn naaste medewerkers. De volgende dag nam het Turkse parlement een nieuw soort regime aan en werd Atatürk gekozen als eerste president. De parlementsleden scandeerden: “Lang leve de republiek, lang leve Mustafa Kemal Pasha!”

Toch was het vestigen van de republiek niet zo gemakkelijk als het lijkt. Het kostte twintig jaar en veel bloedvergieten op talrijke slagvelden. Mustafa Kemal, zijn medestanders en de soldaten onder hun commando streden moedig voor de onafhankelijkheid van de Turkse natie.

De onafhankelijkheidsstrijd na WOI

Aan het einde van Wereldoorlog I in 1918 stonden Istanbul en het Ottomaanse Rijk onder controle van de Geallieerden.

Mehmet VI Vahdeddin, de laatste sultan van het Ottomaanse Rijk, ontbond het parlement in december 1918 en regeerde vanaf toen bij decreet. Later zou hij het land ontvluchten onder Britse bescherming.

Mehmet VI ‘Vahideddin’ (Istanboel, 14 januari 1861 – San Remo, 16 mei 1926) volgde in 1918 zijn broer Mehmet V op als 36e en tevens laatste sultan van het Ottomaanse Rijk. Mehmet VI zou slechts vier jaar als sultan regeren.

Ondertussen namen de Geallieerden verschillende delen van het land in. Daardoor ontmantelden ze de laatste overblijfselen van het eeuwenoude Ottomaanse Rijk.

In heel Anatolië werden lokale verzetsgroepjes gevormd, om te strijden voor nationale eenheid. Drie ervaren Ottomaanse commandanten voerden het bevel over al deze groepen. Eén van hen was Mustafa Kemal, die later de leider van het hele Turkse verzet zou worden.

Op een vergadering van de Geallieerden op 15 mei 1919 in Parijs werd een beslissing genomen over de Egeïsche provincie İzmir, die bezet werd door Griekse troepen.

Op 16 mei 1919 werd İzmir officieel uitgeroepen tot door Griekenland bezet gebied.

De Griekse bezetting had een brutaal kantje gekregen. Eerst bezetten ze de streek rond Bursa, een voormalige Ottomaanse hoofdstad, en vervolgens drongen ze steeds dieper het binnenland in richting Anatolië. Dat vormde een ernstige bedreiging voor de lokale verzetsbewegingen.

Mustafa Kemal komt aan in Samsun

Op 16 mei 1919 vertrok Mustafa Kemal uit Istanbul.

Drie dagen later, op 19 mei, kwam hij aan in Samsun. Vandaag wordt zijn intrede in Samsun beschouwd als een keerpunt voor de onafhankelijkheid van de Turkse natie.

Velen beschrijven die dag als “de start van één van de grootste nationalistische verenigingsprocessen ooit.”

Mustafa Kemal stuurde brieven naar bekende personen in Istanbul, waarin hij hen aanspoorde om zich bij de nationalistische beweging aan te sluiten. Op dat moment was hij in Amasya.

Op 22 oktober 1919 stuurde hij de zogenaamde Omzendbrief van Amasya (Amasya Genelgesi in het Turks) rond in heel Anatolië.

“De integriteit van het land en de onafhankelijkheid van de natie zijn in gevaar. Door ons vurig, vastbesloten streven zullen we de onafhankelijkheid vrijwaren. Er is beslist om met spoed een nationaal congres bijeen te roepen in Sivas,” stond er te lezen in de brief.

Uiteindelijk werden er twee congressen belegd in 1919, in Sivas en Erzurum.

“Het is onafhankelijkheid of de dood!”

Het congres van Erzurum vond plaats op 23 juli 1919 en was cruciaal voor het onafhankelijkheidsstreven in die periode. Het werd geleid door Mustafa Kemal.

Mustafa Kemal was ondertussen door de Ottomaanse regering uit al zijn functies ontheven, ook uit zijn militair ambt.

“De natie zal de status van mandaatgebied of protectoraat niet aanvaarden. De natie zal zich verzetten tegen buitenlandse overheersing,” luidde de verklaring van het congres.

“Istanbul dringt aan op een Amerikaans mandaat. Dat zal niet gebeuren. Turkije zal onafhankelijk worden. Nee heren, er komt geen mandaat. Het is onafhankelijkheid of de dood!” aldus Mustafa Kemal in Erzurum.

Eén van de belangrijkste beslissingen die op het congres werd genomen was de vorming van een voorlopige regering.

Nationale soevereiniteit aangenomen op congres van Sivas

Na het congres van Erzurum kwam een ander congres bijeen in Sivas. Het congres was van kapitaal belang voor de Turkse Nationale Beweging en zou een week duren.

“Hier werden beslissingen genomen die de weg effenden voor de onafhankelijkheid van een land,” zei Mustafa Kemal daar ooit over.

Met goedkeuring van het congres werd de delegatie omgevormd tot het machtigste nationale bestuursorgaan dat besliste over het lot van het land. Er werden nieuwe leden verkozen in de nationale beweging om zo het nieuwe legitieme bestuur van het land te vormen.

Istanbul onder bezetting

Op 16 maart 1920 werd Istanbul bezet door de geallieerden, waaronder Engeland, Frankrijk en Italië.

Toen Mustafa Kemal op 6 april het nieuws over de bezetting hoorde van een boodschapper, richtte hij het Anadolu Agency op in een poging om het Turkse onafhankelijkheidsstreven wereldwijd bekend te maken.

Op 21 april 1920 stuurde hij naar alle provincies de boodschap dat de werkzaamheden van het parlement op 23 april van start zouden gaan.

De regering in Istanbul was uiteraard niet tevreden met Mustafa Kemal en de hele onafhankelijkheidsbeweging, en veroordeelde hem ter dood.

Ondertussen tekende de parlementaire regering een 20 dagen durend staakt-het-vuren met Frankrijk. Daarop tekende de regering in Istanbul het verdrag van Sèvres.

Het verdrag bepaalde dat de overwinnende geallieerden Anatolië mochten innemen en dat er een onafhankelijke Armeense staat gevormd moest worden rond Erzurum.

Onafhankelijkheidsbeweging boekt eerste overwinningen

Vanaf begin 1920 gaat het de goede kant op met de nieuw gevormde regering, zowel militair als diplomatiek.

İsmet İnönü, één van Mustafa Kemals trouwste bondgenoten, won zijn beide slagen en er werd een verdrag getekend met Rusland.

Op 5 augustus 1920 werd Mustafa Kemal officieel benoemd tot opperbevelhebber. Op 23 augustus begon de Slag bij Sakarya, na een aanval van de Grieken.

“Er is geen verdedigingslinie, maar een heel verdedigingsgebied. En dat gebied is het hele land. We mogen geen centimeter van het grondgebied prijsgeven voordat het doordrenkt is met Turks bloed,” had Mustafa Kemal gezegd.

De buitenlandse bezetting van Anatolië liep ten einde. Op 26 augustus 1921 begon de Slag bij Dumlupınar. Op 9 september werd İzmir bevrijd. Zowat een maand later werd de Wapenstilstand van Mudanya getekend.

De parlementaire regering nam de controle over het bestuur over van de oude regering in Istanbul.

De Onafhankelijkheidsoorlog eindigde op een overwinning. Op 20 november 1922 werd de Conferentie van Lausanne gehouden. Na maandenlange onderhandelingen slaagde İnönü erin tot een akkoord te komen over de precieze grenzen van de Turkse republiek. Daarmee kwam er voorgoed een einde aan de buitenlandse bezetting. İnönü was een succesvolle generaal en de eerste premier van het moderne Turkije.

“Heren! Morgen zullen we de republiek uitroepen”

De militaire overwinningen werden nu bekroond met politieke en diplomatieke successen. Op 28 oktober 1923 maakte Mustafa Kemal tijdens een feestelijk diner bekend dat hij op 29 oktober de republiek zou uitroepen.

Het parlement keurde het nieuwe type regime goed en koos Mustafa Kemal als eerste president met 158 stemmen.

President Mustafa Kemal benoemde İnönü tot premier.

Duizenden mensen kwamen de straat op om de gebeurtenissen te vieren.

Nadien zou Atatürk verregaande hervormingen doorvoeren. Met zijn ideaal van verwestering transformeerde hij wat er nog overbleef van het Ottomaanse Keizerrijk tot een gezette, respectabele staat.

Bron: Hürriyet

S.V.R.