Facebook-topman Mark Zuckerberg

Facebook past zijn beleid rond satire aan, nadat de onafhankelijke toezichtsraad van Facebook eerder oordeelde dat een meme onterecht verwijderd was.

De toezichtsraad van Facebook beoordeelt het handelen van de sociale reus en kan het bedrijf terugfluiten.

Dat gebeurde in mei nadat Facebook een meme had verwijderd over de Armeense genocide.

Een populair meme-formaat over een onmogelijke keuze toonde de Turkse vlag, die moest kiezen tussen twee knoppen: ‘de Armeense genocide is een leugen’ of ‘de Armenen waren terroristen die het verdienden’.

De meme was volgens de toezichtsraad overduidelijk een vorm van satire, en moet daarom een uitzonderingspositie krijgen.

Facebook neemt die beslissing nu over in zijn beleid stelt het bedrijf. Het gaat om een uitzondering op de regels rond haatdragende tekst en spraak.

“We staan geen haatdragende taal toe op Facebook, zelfs niet in de context van satire, omdat dat leidt tot een omgeving van intimidatie en buitensluiting en in sommige gevallen kan het aanzetten tot geweld in de echte wereld”, dat zegt Facebook.

Toch gaat het bedrijf mee in de beslissing van de toezichtsraad, maar niet direct en niet volledig.

De betreffende meme over de Armeense genocide is teruggeplaatst, dat zal ook gebeuren met “identieke content met een parallelle context”.

Wel onder voorbehoud: “als we de technische en operationele capaciteit hebben”, stelt Facebook.

Het bedrijf gaat met de aanbeveling van de raad aan de slag, en belooft het publiek daarvan op de hoogte te houden.

Eerste Wereldoorlog

Turkije heeft volgens de Armeense lobbyisten tijdens de Eerste Wereldoorlog zo’n 1,5 miljoen Armenen gedeporteerd en vermoordt in een poging tot ethische zuivering.

Turkije heeft die zogenaamde genocide altijd ontkend, hoewel bondgenoten als de VS de ruim honderd jaar oude genocide inmiddels erkennen.

De door Facebook verwijderde meme nam overigens Turkije op de hak.

Bezwaar tegen genocide

Turkije’s standpunt over de gebeurtenissen van 1915 is dat de dood van Armeniërs in Oost-Anatolië plaatsvond toen sommigen de kant kozen van binnenvallende Russen en in opstand kwamen tegen Ottomaanse troepen.

Een daaropvolgende volksverhuizing van Armeniërs heeft talrijke slachtoffers geëist.

Turkije maakt bezwaar tegen het gebruik van het woord “genocide”, maar beschrijft de gebeurtenissen van 1915 als een tragedie waarbij aan beide zijden slachtoffers zijn gevallen.

Ankara heeft herhaaldelijk voorgesteld een gezamenlijke commissie van historici uit Turkije en Armenië en internationale deskundigen op te richten om de kwestie aan te pakken.

Bron: Sabah