Verschillende vertegenwoordigers van alevitische groeperingen kwamen op 27 februari bijeen in de Istanbulse wijk Kadıköy.

Alevitische organisaties hebben op 27 februari in verschillende provincies van Turkije een bijeenkomst gehouden om te eisen dat de verplichte godsdienstlessen worden afgeschaft en dat cemevis als legitieme plaatsen van eredienst worden beschouwd.

Alevitische organisaties hebben op 27 februari in verschillende provincies van Turkije bijeengeroepen dat de verplichte godsdienstlessen moeten worden afgeschaft en dat de alevitische gebedshuizen (cemevi) als legitieme plaatsen van eredienst moeten worden beschouwd.

Tijdens de betogingen, die werden gehouden onder het motto “democratie, secularisme, vrijheid, rechtvaardigheid en gelijkheid”, eisten de demonstranten dat de verplichte godsdienstlessen op scholen zouden worden afgeschaft, aldus het dagblad Evrensel.

Demonstranten hielden spandoeken vast met de tekst “Schaf het Diyanet [Directoraat voor Religieuze Zaken] af”, “Cemevis zijn onze plaatsen van aanbidding”, “Vrij, wetenschappelijk onderwijs in de moedertaal”, en “Vrijheid voor volkeren, vrijheid om te geloven”.

Naast alevitische organisaties waren ook vertegenwoordigers van politieke partijen in het hele land bij de protesten aanwezig.

In een verklaring die werd voorgelezen in het Kadıköy-district van Istanboel werd gezegd dat de regering steeds meer neigt naar een nieuw assimilatie- en discriminatiebeleid gericht op het alevitische geloof, en dat scholen moeten worden bestuurd in overeenstemming met universele waarden.

“Godsdienstlessen werden verplicht gesteld door de grondwet van 1982. De rechtse regeringen die na de staatsgreep werden geïnstalleerd, bouwden een monistisch, assimilationistisch, ontkennend en seksistisch onderwijssysteem op. Op verzoek van de religieuze sektes werden nog vier vakken met religieuze inhoud verplicht gesteld in het leerplan. Dit was niet genoeg voor de regering, en de Nationale Onderwijsraad adviseerde om kleuters van 4 tot 6 jaar religieuze lessen te geven. Als wij hier geen bezwaar tegen hebben, zal dit door het Nationale Ministerie van Onderwijs worden uitgevoerd,” aldus de verklaring.

Alevitische organisaties kwamen ook bijeen in andere provincies zoals Kayseri, İzmir, Aydın, Tunceli, Balıkesir, Adana, Muğla en Samsun.

Alevieten maken naar schatting 15-25 procent uit van de Turkse bevolking, de op één na belangrijkste religieuze groep na de soennitische islam.

Ondanks de fundamentele verschillen in religieuze praktijken tussen de twee groepen weigert de Turkse regering tot dusver de alevitische cemevi te erkennen als legitieme plaats van eredienst en de cemevi dezelfde financiële steun te verlenen als moskeeën. In plaats daarvan beweert Turkije dat de cemevi een culturele entiteit zijn.

Bron: Hürriyet