Tijdens restauratiewerken aan het historische Topkapıpaleis (Turks: Topkapı Sarayı) in Istanbul, heeft men een hamam (Turks badhuis) ontdekt die dateert uit de Ottomaanse periode. Volgens een rapport van de Turkse krant Hürriyet, werd de hamam gebouwd in 1460. Het badhuis werd gebruikt door vijf verschillende Sultans van het Ottomaanse rijk waaronder Kanuni Sultan Süleyman I, Mehmed II, Bayezid II, Selim I en Selim II.

Na de bouw van een nieuw badhuis in 1580 door de beroemde Turkse architect Mimar Sinan, werd de hamam niet meer gebruikt.

De ontdekking trok heel wat aandacht omdat het badhuis in heel wat historische bronnen wordt vernoemd. De Italiaan Giovanni Antonio Menavino, die in 1505 door de Ottomanen gevangen werd genomen en later Janitsaar werd in het Oude Paleis, beschreef het badhuis in zijn boek als “volledig rond en gewelfd.” Hij schreef ook dat er een marmeren zwembad was.

Toen de ruïnes werden ontdekt dacht men eerst dat het overblijfselen waren van het Romeinse Rijk. De slaapzaal waar de ontdekking gebeurde (Seferli Koğuşu), werd in 1635 gebouwd onder heerschappij van Sultan Murat IV. De constructie van deze ruimte ging ten koste van een aanzienlijk deel van het historisch badhuis.

De historische site zal toegankelijk zijn voor het publiek eens de restauratiewerken zijn afgerond.

Het Topkapıpaleis dat vroeger de residentie en hoofdkwartier was van de Ottomaanse Sultans, doet tegenwoordig dienst als museum.

Sabah