Turkije bezit geen chemische wapens, aldus defensieminister Akar

Op woensdag had de Turkse defensieminister Hulusi Akar een ontmoeting in Ankara met de Amerikaanse Nationale Veiligheidsadviseur Robert O’Brian in het kader van de anti-terreuroperatie in Noord-Syrië. Volgens het Turkse ministerie van defensie spraken ze over de situatie in Noord-Syrië en de geplande veiligheidszone daar, en wisselden meningen uit over veiligheid en defensie.

Na de ontmoeting zei Akar: “Er is informatie opgedoken dat terroristische groepen van plan zijn om chemische wapens in te zetten en Turkije daarvan te beschuldigen. Het Turkse leger heeft geen chemische wapens en iedereen weet dat.” Volgens Akar hecht Turkije niet alleen veel belang aan de veiligheid van de natie, maar ook aan de veiligheid van andere religieuze en etnische groepen in het gebied, zoals Koerden, Arabieren, Assyriërs, Arameeërs, christenen, Jezidi’s en Chaldeïsche katholieken.

Ankara wil zo’n 2 miljoen Syriërs laten terugkeren naar een gebied van 30 km breed tussen de Eufraat en de Iraakse grens. Daaronder valt ook de stad Manbij.

Op 9 oktober rond 16 uur lanceerde het Turkse leger operatie Vredesbron, de derde operatie over de Grens in Syrië waarmee het land het Noorden wil bevrijden van Daesh en van de volksbeschermingseenheden (YPG), de Syrische tak van de PKK.

Met deze operatie handelt Turkije uit zelfverdediging volgens internationaal recht en eerdere resoluties van de VN-veiligheidsraad. Het land hoopt een veilige zone te creëren ten Oosten van de Eufraat waardoor Syrische vluchtelingen veilig terug naar huis kunnen. Het gebied staat nu nog onder controle van de door de VS gesteunde Syrische Democratische strijdkrachten (SDF), waar de YPG het belangrijkste deel van uit maken.

De PKK, een groep die in Turkije, de VS en de Europese unie bekend staat als terroristische organisatie, voert al meer dan 30 jaar een terreurcampagne in Turkije. Daarbij kwamen al meer dan 40.000 mensen om het leven, ook vrouwen, kinderen en baby’s.

Bron: Sabah