In de kuststad Rize aan de Zwarte Zee werd het standbeeld van Atatürk verplaatst op 22 december van het stadsplein naar de voorkant van het kantoor van de gouverneur. De controverse ontstond toen een groep mensen het verwijt naar voren bracht dat de verplaatsing gedaan werd op basis van ideologische redenen.

Terwijl de werken ondernomen werden om het standbeeld te verplaatsen, zijn er groep mensen beginnen te protesteren. Deze groep werd geleid door Ömer Toprak, de voorzitter van een kemalistische vereniging samen met Saltuk Deniz van de CHP. Toprak sprak zich uit tegen de verplaatsing, omdat het stadsplein gelegen is in het centrum van de stad en dat het standbeeld hierdoor een symbolische betekenis heeft.

“Atatürk vervangen door een kopje thee”

“Deze verplaatsing is gericht tegen Atatürk en de republiek. Zij proberen Atatürk te wissen van de stadsgeschiedenis van Rize. Wij als inwoners van Rize zijn hier ontevreden over. Zij wilden eerst het standbeeld van Atatürk vervangen door een kopje thee. Na protest hebben zij besloten dit niet te doen. Nu zullen zij een gedenkteken opzetten ter gedachtenis van de gefaalde coup van 15 juli. Zij willen Atatürk wissen. Als de gemeente haar project niet stopzet, zullen wij eigenhandig het standbeeld terug op zijn plaats zetten”, verklaarde Toprak.

De burgemeester van Rize, Reşat Kasap van de AK-partij, verklaarde dat het optreden van de groep een poging is om hem zwart te maken. “Het standbeeld wordt verplaatst, omdat vanaf nu alle officiële ceremonies plaats zullen vinden voor het kantoor van de gouverneur waar het standbeeld zal staan.”

“Het doel is het stadsplein te herinrichten”

In een officiële verklaring die gepubliceerd werd op de website van de gemeente, verklaarde Kasap dat er geen achterliggende intenties zijn met de verplaatsing. Het doel is gewoonweg het stadsplein te herinrichten.

De eerste tekens van protest begonnen in september 2015, nadat de gemeente haar plannen officieel maakte aan de inwoners. Door het hevige protest dat volgde werd het project uitgesteld.

Hurriyet