Foto: Salman (30) © de Jonge Turken

Vandaag rijd ik mee met Salman, een 30-jarige Turkse Koerd die werkt als verantwoordelijke in een hotel en af en toe bijklust als chauffeur, naar de Turkse grensplaats Kilis, in het zuidoosten van het land. Salman reist vaak vanuit Gaziantep naar Kilis en omstreken om wat geld bij te verdienen en om zijn familie en vrienden te zien. Onderweg stoppen we ook aan een tankstation om te tanken. “In ons buurland Georgië kan je tanken voor 1,25 TL/per liter (0,32 euro), in Turkije tanken we voor iets meer dan 5 TL/per liter (1,33 euro). Dat is toch gewoon waanzin”, zegt Salman. “Wij zijn als land, het dichtst bij alle petroleumlanden, maar toch is het hier zo duur”.

Het aantal inwoners van Kilis telde tot enkele jaren geleden vóór de Syrische burgeroorlog ruim 100.000 inwoners. Dat aantal is nu verdubbeld door de komst van de Syrische vluchtelingen. “Ongeveer de helft van Kilis bestaat nu uit Arabische Syriërs en de andere helft bestaat uit de lokale bevolking waaronder Turken en Koerden. Veel Syrische Turkmenen ga je hier niet vinden”, vertelt Salman mij net op het moment wij Kilis binnenrijden. De meeste Turkmeense Syriërs hebben hun vrouwen en kinderen achtergelaten nabij de Turks-Syrische grensplaats en zijn terug vertrokken naar Syrië om te strijden voor hun eigen autonomie en hun land.

© de Jonge Turken (Nüfus = bevolking)

Het straatbeeld van Kilis wordt gedomineerd door Syrische hangjongeren, vooral tussen de 20 en 25 jaar. “Deze jongeren zouden moeten vechten voor hun eigen land, dat ze dit niet doen neem ik hun wel kwalijk. Ik begrijp dat vrouwen, kinderen en ouderen niet in staat zijn om te vechten, maar moest ik in de plaats van die jongeren zijn, zou ik toch gaan vechten voor mijn land”, vertelt Salman.

Grote impact

“De komst van de vluchtelingen heeft een grote impact gehad op de sociale cohesie van de stad”, weet Salman mij te vertellen. “De huurprijzen van de Turkse stad Kilis zijn gestegen van 150 TL (38 euro) naar 450 TL (115 euro), dat komt omdat Syriërs met grote aantallen in appartementen verblijven en daarom kunnen de eigenaars meer eisen voor hun huurpand”, zegt Salman. “Ik heb respect voor de verwezenlijkingen van de Turkse president Erdogan, maar op sommige vlakken kon het toch veel beter, waaronder zijn vluchtelingenbeleid en de enorme taxen die worden geheven op de benzine.”

“Of de vluchtelingen ook mogen stemmen tijdens het referendum? Wel zover ik het heb begrepen, kunnen niet alle vluchtelingen stemmen. De vluchtelingen die zich hebben geregistreerd en die legaal de grens zijn overgestoken, kunnen wel stemmen. De anderen die de grens op een illegale manier zijn overgestoken, kunnen dat niet. Zij moeten wachten tot na het referendum.”

Referendum

In mijn familie wordt er op momenten hevig gediscussieerd over het referendum. Van mijn vaderskant ben ik van Turkse origine en van mijn moederskant ben ik van Koerdische origine. De laatsten zullen vooral “JA” stemmen en bij mijn vaderskant is het een beetje verdeeld”, vertelt Salman.

“Ik denk dat de bevolking in Turkije, waaronder vele Koerden, “JA” gaan stemmen, vooral omdat Erdogan het wil en hij het presidentieel systeem steunt. Een man die zoveel goeds heeft gedaan voor Turkije en het volk, kan het niet slecht voorhebben met Turkije. Dat is wat ik en vele anderen denken in dit land”, gaat Salman verder. “Ik geef toe dat vele mensen die “JA” gaan stemmen, niet precies weten waarop ze gaan stemmen. Velen hopen dat Turkije, na de komst van het presidentieel systeem, meer respect kan afdwingen in de regio en in de wereld, zolang onze democratie niet in gevaar komt.”

Alper G.

Dit artikel maakt deel uit van een bredere reportagereeks over het aankomende referendum in Turkije en de Syrische vluchtelingen die in Gaziantep en Kilis leven. Voor de gemiste artikels kan je altijd terecht onder de categorie ‘Reportage’ op onze site. 

LEES OOK: Koerd uit Gaziantep: “Sinds Erdogan voel ik mij geen tweederangsburger meer in dit land”