Het Nederlandse kabinet gaat de gebeurtenissen van 1915 niet kwalificeren als de ‘Armeense genocide’. Nederland blijft de kwalificatie ‘de kwestie van de Armeense genocide’ hanteren.

Dat stelde vicepremier Lodewijk Asscher vrijdagavond in het programma Met het oog op morgen. Het Duitse parlement erkende afgelopen donderdag de Armeense kwestie als een ‘genocide’. Dit tot ongenoegen van Turkije, die stelt dat het geen volkerenmoord was.

Volgens Asscher is het belangrijker om Turkije en Armenië nader tot elkaar te brengen dan om te gaan debatteren over de woorden waarmee de gebeurtenissen die tussen 1915 en 1923 plaatsvonden worden beschreven.

“Er zijn gruwelijke dingen gebeurd die nog steeds diepe sporen trekken in de levens van grote groepen mensen. De zaak veroorzaakt nog steeds veel verdriet bij alle betrokkenen”, aldus de vicepremier.

“Maar het Nederlandse kabinet blijft weg van juridische kwalificaties. Het kabinet gaat niet over internationaal strafrecht.