Veel mensen leren de Turkse voorgeschiedenis aan de hand van complottheorieën of via amateurs die allerlei theorieën verspreiden op het internet.
Als je de geschiedenis wilt bestuderen, beperk jezelf dan alstublieft tot betrouwbare literatuur, officiële bronnen en erkende boeken.
Probeer geschiedenis te benaderen op een academische en professionele manier in plaats van goedkope afbeeldingen met teksten zonder bronvermelding serieus te nemen.
In deze post enkele uitspraken van Atatürk over de islam, voorzien van correcte bronverwijzingen.
Noodzakelijke instelling
Atatürk beschouwde religie als een persoonlijke zaak tussen de mens en God. Hij stelde: “Religie is een noodzakelijke instelling. Het is de band tussen God en zijn schepselen.”
Hij erkende het belang van geloof, maar vond dat het niet met staatszaken gemengd mocht worden: “Wij tonen respect voor religie, maar proberen religieuze zaken niet te mengen met staatszaken of extremisme te bevorderen.” Atatürk vond dat geloof gebaseerd moest zijn op persoonlijke overtuiging en vrijheid van geweten.
Atatürk sprak met groot respect over de profeet Mohammed. Hij prees zijn leiderschap en inspanningen om een religie te stichten in een tijd van chaos: “Mohammed Mustafa verwierf respect en vertrouwen van zijn volk nog voordat hij een profeet werd.”
Atatürk waardeerde Mohammed niet alleen als spirituele leider, maar ook als strateeg: “Zelfs tijdens de Slag bij Uhud bewees Mohammed zijn militaire en politieke inzicht.”
Islam als rationele religie
Atatürk benadrukte dat de islam in lijn is met logica en wetenschap: “Onze religie is de meest rationele en natuurlijke religie. Het past bij de rede, wetenschap en de werkelijkheid.”
Hijgeloofde dat een religie alleen duurzaam kon zijn als het aan deze voorwaarden voldeed. “Als onze religie niet logisch en rationeel was, zou het niet de laatste en meest volmaakte religie zijn.”
Religie en sociale gelijkheid
Atatürk wees op de gelijkheid binnen de islam: “In onze religie is er geen plaats voor een speciale klasse. Alle moslims, mannen en vrouwen, zijn verplicht hun geloof en geboden te begrijpen.”
Hij verzette zich tegen het idee dat religieuze kennis voorbehouden was aan een bepaalde elite. “Niet elke turban drager is een hoca. Wat telt, is niet de kleding, maar de kennis en kunde.”
Het belang van onderwijs
Onderwijs was volgens Atatürk essentieel voor religieuze en sociale vooruitgang: “De enige juiste plek om geloof en moraal te leren, is de school.”
Hij pleitte voor de oprichting van instellingen die zowel religieuze als wetenschappelijke kennis bevorderden: “Net zoals we specialisten nodig hebben op elk gebied, moeten we ook hoogopgeleide religieuze geleerden opleiden.”
Tegen misbruik van religie
Atatürk was scherp in zijn kritiek op het misbruik van religie voor politieke doeleinden. Hij stelde: “Mensen die religie gebruiken om hun persoonlijke ambities na te jagen, hebben altijd schade toegebracht aan de samenleving.”
Hij waarschuwde voor religieuze leiders die onwetendheid en bijgeloof gebruikten om macht te vergaren: “Halve geleerden die religie verkeerd interpreteren, mogen we niet verwarren met echte religieuze geleerden.”
Sektes
Atatürk vond dat religieuze sekten en soefi-ordes niet langer een rol mochten spelen in de samenleving.
Hij verklaarde: “Tekkes moeten worden gesloten. Wij halen onze kracht uit wetenschap en techniek, niet uit bijgeloof.” Volgens hem kon een moderne samenleving alleen bloeien door rationaliteit: “De meest ware en juiste tarikat is die van de beschaving.”
De rol van moskeeën
Moskeeën en preekstoelen moesten volgens Atatürk een bron van verlichting zijn. “Moskeeën zijn niet alleen om te bidden, maar ook om na te denken en te discussiëren over wat er gedaan moet worden voor zowel religie als wereldse zaken.”
Hij pleitte ervoor dat preken in een taal werden gehouden die door het volk werd begrepen en gericht waren op actuele problemen: “Preken moeten overeenkomen met de behoeften van de tijd en de taal van het volk.”
Het belang van hard werken
Atatürk benadrukte dat de islam hard werken en vooruitgang aanmoedigt: “Onze religie prijst werken en verzet zich tegen luiheid en onwetendheid.”
Hij waarschuwde tegen hen die modernisering als onislamitisch beschouwden: “Het echte ongeloof is het afwijzen van vooruitgang en wetenschap.”
Bron: Atam.gov.tr