Nieuwe cijfers van Eurostat tonen aan dat 45 procent van de Turkse wetenschappers een vrouw is. Dit is meer dan het EU-gemiddelde van 41 procent.

Turkije doet het beter dan de meeste landen van de Europese Unie, waaronder Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Er zijn meer vrouwelijke wetenschappers en ingenieurs actief in de technologie, gezondheids- en onderzoek en ontwikkelingssector.

Volgens de gegevens van Eurostat telden de EU-staten in 2017 zo’n 7.1 miljoen vrouwelijk wetenschappers en ingenieurs. Slechts 5 lidstaten hadden een vrouwelijke meerderheid. Deze zijn: Litouwen met 57 procent, Bulgarije en Letland met 53 procent, Portugal met 51 procent en Denemarken met iets meer dan 50 procent.

In Hongarije, Luxemburg, Finland en Duitsland worden vrouwen minder goed vertegenwoordigd. Minder dan één (ingenieur of wetenschapper) op drie is hier een vrouw.

De voorzitter van de European Women Rectors Association, Gülsün Sağlamer, reageerde op de resultaten in het verslag. In een interview met Hurriyet zei ze dat Turkije sinds de oprichting van de republiek speciale aandacht heeft besteed aan de deelname van vrouwen op wetenschappelijk en technisch gebied.

Sağlamer waarschuwde echter dat Turkije niet gemakzuchtig te werk mag gaan.

“Europa is zich bewust van het tekort en probeert dit met grote stimulansen aan te pakken. Turkije moet zich blijven inspannen om het aandeel vrouwelijke onderzoekers en ingenieurs te vergroten. Aangezien de Europese landen grote stappen ondernemen om de kloof te dichten, mag Turkije niet blijven plakken in haar huidige positie,” aldus de voorzitter.

Sabah

O.A.