Hilmi Kaçar is voorzitter van het Centrum voor Turkse Studies UGent en als onderzoeker verbonden aan de vakgroep geschiedenis

Geschiedkundige Hilmi Kaçar (UGent) stelt scherpe, kritische vragen bij de reacties van westerse media in de uren en dagen na de coup in Turkije. Volgens hem is er sprake van heel wat ‘lacunes en gekleurde framing’, die geenszins de sentimenten in Turkije zelf accuraat weergeven. Meer nog, Hilmi Kaçar meent in de coup een venijnige stuiptrekking te zien van typisch Westers, twintigste eeuws kolonialisme. Een vlammende opinie. 

De mislukte coup resulteerde ook in een verandering binnen de Turkse elite. Tot 15 juli bestond het uit drie dominante groepen: de kemalisten die voornamelijk de militaire kaders bemannen (de Ergenekon en Balyoz rechtszaken viseerden hoofdzakelijk deze groep); de supporters van Gülen en de kaders van president Erdoğan.

Na het ontslag van Davutoglu veranderde Turkije zijn buitenlandse beleid en het begon een onafhankelijker koers te varen van de VS-geleide Atlantische bondgenootschap. Dit bracht president Erdoğan en de kemalisten dichter bij elkaar. Het feit dat de hoogste bevelhebbers in het leger de muiterij niet hebben gesteund, toont het bestaan aan van een alliantie tussen president Erdoğan en de kemalisten. Het is niet zozeer de ideologie, maar de geopolitieke ontwikkelingen in de wereld die hen bijeen had gebracht.

De bredere context

De mislukte couppoging in Turkije, de IS-terreur die vandaag Europa teistert, de aanhoudende oorlog in Syrië en Irak, de strijd om de controle van energieroutes, de verschuiving van de economische zwaartekracht naar Azië. U zal zich afvragen wat deze met elkaar te maken hebben. Volgens mij hebben ze echter álles met elkaar te maken. Ze vormen elk een onderdeel in een mondiaal conflict, waarbij de bestaande economische en politieke machtsverhoudingen worden hertekend. Er woedt een mondiale oorlog, die onder andere gaat om grondstoffen en niet in het minst over het beheersen van opkomende economieën.

Er woedt een mondiale oorlog, die onder andere gaat om grondstoffen en niet in het minst over het beheersen van opkomende economieën.

Gerespecteerde land binnen de moslimwereld

Turkije is zo een snel groeiende economische macht die binnen de moslimwereld erg gerespecteerd wordt. Dat vormt een probleem voor het westen en is volgens mij de belangrijkste reden dat het westen het land probeert te destabiliseren. In de afgelopen decennia probeerden nieuwe economieën zoals Turkije, Rusland en Brazilië een eigen onafhankelijke koers te varen. De eigen bevolking werd er beter van en zag zijn rijkdom niet meer massaal afgeroomd door mondiale grootmachten.

Miljoenen Turken ervaren de laatste jaren een herstel van de economie en levenskwaliteit en zagen op een bepaald moment zelfs de PKK-terreur bijna opgelost door onderhandelingen opgestart door president Erdoğan. De couppoging was dan ook geen louter intern verhaal van het ‘moderne’ leger tegen een zogenaamd ‘islamistisch’ regering. Ik zie de mislukte staatsgreep in Turkije eerder als de volgende fase in een uitputtend geopolitiek schaakspel dat al jaren duurt.

Neo-koloniaal

We kunnen ons vandaag dan ook de vraag stellen of het koloniale tijdperk weldegelijk beëindigd is. Kunnen we stellen dat de mislukte staatsgreep in Turkije een poging was om het Turkije van vandaag, dat zich onder president Erdoğan steeds meer los worstelt uit de greep van het westen en voor hen ‘onvoorspelbaar’ is geworden, terug in het politieke en economische gareel te krijgen? Dienden eerdere staatsgrepen zoals die recent in Egypte en Brazilië en vroeger in Kongo, Turkije, Iran of Chili ook niet datzelfde doel?

menderes_a01
Adnan Menderes was een Turks politicus en premier van 1950 tot 1960.

Ik denk bijvoorbeeld aan de coup tegen premier Adnan Menderes in Turkije in 1960. Hij werd door de junta niet alleen afgezet maar ook opgehangen. Premier Menderes werd brutaal afgestraft, omdat hij had het aangedurfd om toenadering te zoeken tot de toenmalige Sovjetunie. Een van de laatste voorbeelden hiervan is de staatsgreep in Egypte waarbij generaal Sisi de macht greep. Hierbij namen westerse politici noch de media de woorden ‘staatsgreep’ zelfs maar in de mond. Ze schilderden de afzetting van de democratisch verkozen president Morsi meteen af als een welkome uitschakeling van de moslimbroeders. Een ander voorbeeld dat zelfs amper onze media haalde was de postmoderne staatsgreep in Brazilië, waarbij de socialistische president Dilma Rousseff werd afgezet en opgevolgd door vicepremier Tremer, tegen wie men vandaag tijdens de Olympische Spelen protesteert.

Het is geen unicum in de geschiedenis dat de mainstream media als een invloedrijk instrument van de politieke elite de publieke opinie kan voorbereiden op de destabilisatie van een land. Dezelfde tactieken hebben we al eerder gezien, toen die bijvoorbeeld ingezet werden om publieke steun te winnen voor Amerikaanse interventies in het Midden-Oosten.

De mislukte coup in Turkije weerspiegelt in een notendop de geschiedenis van de twintigste eeuw.

De VS en de voormalige Europese koloniale grootmachten hebben toen overal in het Midden-Oosten, Azië, Afrika en Latijns-Amerika via staatsgrepen en terreurgroepen strategisch belangrijke landen onder hun controle gebracht. Telkens een land zich aan het juk van het westen probeerde te ontworstelen en een politiek, sociaal en economisch onafhankelijke koers wilde gaan varen, werden de leiders via een staatsgreep afgezet en het land in een crisis gestort.

HILMI KAÇAR

Dit artikel verscheen eerder in MO