Links: Turks president Erdogan Rechts: Chinees president Xi Jinping

Wanneer de Chinese autoriteiten een voortvluchtige op verdenking van corruptie naar het thuisland brengen, dan kloppen ze zich op de borst. Maar ze zijn stiller wanneer ze succesvol Turkse Oeigoeren repatriëren naar China. De Oeigoeren zijn een grotendeels islamitische Turkse etnische minderheidsgroep in Xinjiang, het verre westen van China.

Veel Oeigoeren zijn bezorgd over de groeiende aanwezigheid van Han Chinezen in hun gebied en over de toenemende beperkingen op hun persoonlijke en religieuze vrijheden. Sommigen vertrekken naar het buitenland om te ontkomen aan de onderdrukking, maar ook wegens andere redenen. Een klein aantal is geradicaliseerd en heeft terreuraanvallen gepleegd in Xinjiang en elders. Maar China jaagt niet enkel op extremistische voortvluchtigen. Ze probeert ook het ontstaan van een grote Oeigoerse diaspora te verhinderen. Een dergelijke diasporagemeenschap zou de steun voor de Turkse Oeigoeren in China kunnen opzwepen zoals Tibetaanse bannelingen doen voor hun thuisland.

Honderden Oeigoeren gedwongen gedeporteerd

Volgens mensenrechtenorganisaties zijn in het afgelopen decennium honderden Turkse Oeigoeren gedwongen gedeporteerd naar China vanuit Egypte, Thailand, Vietnam en andere landen. Nog meer Oeigoeren zijn aangehouden en ondervraagd door Chinese agenten op buitenlands grondgebied.

Heropvoedingskampen

Terugkeerders worden vaak gestuurd naar “heropvoedingskampen” in Xinjiang. De opsluiting van Oeigoeren in China neemt verschrikkende proporties aan en tot 120.000 Oeigoeren zouden vastzitten in dergelijke centra volgens mensenrechtengroepen. Oeigoeren in Xinjiang die hun banden met familieleden in het buitenland onderhouden, worden soms onder toezicht geplaatst of zelfs opgesloten.

Een handvol van de opgesloten mensen

Slechts een handvol van de opgesloten mensen zijn gewelddadige extremisten. De Chinese overheid zegt dan zo’n 300 Oeigoeren vechten in Syrië en Irak aan de zijde van jihadisten. Vier Chinese Oeigoeren werden in Indonesië in 2015 veroordeeld voor hun vermoedelijke banden met Islamitische Staat en voor het samenzweren met Indonesische militanten.

Aanklachten zijn vager

Maar de aanklachten tegen de meeste Oeigoeren in het buitenland zijn veel vager. Afgelopen jaar arresteerde de Egyptische overheid meer dan 200 Oeigoeren. Chinese veiligheidsfunctionarissen zeiden dat ze terroristen waren, maar hun enige misdaad was het bestuderen van de islam. De Chinese overheid ziet dat als een voldoende bedreiging. Vele alledaagse islamitische praktijken zijn gecriminaliseerd in Xinjiang. Zo mogen mannen geen lange baarden laten groeien en mogen kinderen geen religieuze namen krijgen.

Oeigoeren vinden geen boegbeeld

Volgens de activistische groep World Uyghur Congress wonen naar schatting 1 à 1,6 miljoen Oeigoeren in het buitenland, waarvan de overgrote meerderheid in Centraal-Azië. Daarmee ligt dat aantal veel hoger dan haar Tibetaans equivalent. Echter, de Oeigoeren ondervinden grootse moeite om steun te vinden voor hun zaak zonder een boegbeeld zoals de Dalai Lama, de Tibetaanse boeddhistische leider en Nobelprijswinnaar. De Chinese autoriteiten lijken vastberaden om dat zo te houden, welke middelen ze ook moeten gebruiken.

TA